Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid

Jaarverslag 2024
FOD Sociale Zekerheid

 

 

Als toekomstgerichte netwerkorganisatie verbeteren we het leven en welzijn van de burgers dankzij een duurzame sociale bescherming.

 

Ontdek het jaarverslag PDF-versie

Overzicht

Voorwoord
Peter Samyn

Peter Samyn

Excellente dienstverlening
aan de burger

Een sociale bescherming verbonden met de wereld

Indicatoren van de sociale bescherming

Stevig onderbouwde juridische expertise

Baanbrekende werkgever

Voorwoord van de voorzitter

Peter Samyn

Voorwoord

2024 was een bijzonder jaar voor de FOD Sociale Zekerheid. Een jaar waarin we niet alleen onze kerntaken met volle overtuiging hebben vervuld, maar ook op Europees niveau een stempel hebben gedrukt. Het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie in 2024 stond model voor efficiëntie, samenwerking en visie, en zal in de toekomst als referentie dienen voor hoe een land met het Voorzitterschap door middel van doorgedreven samenwerking Europa kan versterken. We hebben de kans gegrepen om samen met de bevoegde ministers onze expertise op het vlak van een duurzame sociale bescherming te delen met de rest van Europa.

Thema’s zoals eerlijke mobiliteit, adequate pensioenen, de rol van AI in de toekomst van sociale bescherming, mentale gezondheid en werk voor en inclusie van personen met een handicap passeerden de revue. Op basis van de vele conferenties werden er concrete actieplannen op poten gezet. Als orgelpunt van het Belgische voorzitterschap hernieuwden de EU, de sociale partners en het maatschappelijk middenveld hun engagement voor een sterker sociaal Europa door de ondertekening van een verklaring over de toekomst van de Europese pijler van sociale rechten: de verklaring van Terhulpen over de toekomst van het sociale Europa.

Onze inspanningen gingen echter verder dan het Europese toneel. Dag in, dag uit hebben we bijgedragen aan een sociale zekerheid die dicht bij de burger staat. Die toegankelijk, rechtvaardig en toekomstgericht is.

Voor de dienstverlening aan personen met een handicap hebben we bakens verzet op het vlak van de multidisciplinaire benadering van de handicap en de bereikbaarheid voor de burger. We zien de aanvragen jaarlijks stijgen. In 2024 werd er opnieuw een toename van 4,7% rechthebbenden opgetekend.

Voor kunstwerkers werd de Kunstwerkcommissie opgestart en het digitale platform voor de aanvraag van het kunstwerkattest gelanceerd. Er werden in het eerste jaar al 1867 attesten afgeleverd door de Kunstwerkcommissie.

Dankzij de inzet van onze medewerkers hebben we een tastbare meerwaarde gecreëerd voor onze directe gebruikers. We zijn ook voorloper geworden wat betreft de tewerkstelling van personen met een handicap en werden voor het eerst baanbrekende werkgever.

Dit jaarverslag blikt met ons trots terug op wat we bereikt hebben. Altijd in nauwe samenwerking met onze partners uit het landschap van sociale bescherming. Dit jaarverslag weerspiegelt niet alleen onze resultaten, maar ook onze gedrevenheid om te blijven bouwen aan een sterke en solidaire samenleving.

Veel leesplezier!

 

– Peter Samyn –

Voorzitter directiecomité

Een duurzame FOD

Peter Samyn

Een duurzame FOD

Onze federale overheidsdienst zet zich resoluut in voor een duurzame transformatie, afgestemd op de fundamentele waarden van dienstbaarheid aan de samenleving. Tal van ambitieuze projecten werden gelanceerd om deze waarden in onze praktijken en onze cultuur te integreren

Duurzame mobiliteit: innoveren om onze voetafdruk te beperken

Om onze ecologische voetafdruk te beperken bevorderen we actief milieuvriendelijke vervoersoplossingen.

Dit jaar was onze organisatie een voorloper in het implementeren van het mobiliteitsbudget voor de mandatarissen. Er werd een mobiliteitscoördinator aangesteld en in juni bevestigde onze FOD zijn mobiliteitsbeleid en het STOP-principe (prioritering van de te gebruiken vervoermiddelen: te voet, met de fiets, openbaar vervoer, carpoolen).

Verantwoord aankopen: we nemen weloverwogen beslissingen

Bij elke aankoop wordt vooraf nagedacht over duurzaamheidsaspecten. Voorafgaand aan elke aankoop moet een programma van eisen worden opgesteld dat een optimaal gebruik van hulpbronnen waarborgt.

Verantwoorde evenementen: anders organiseren

Ons beleid en onze procedures zijn erop gericht om de milieu-impact van onze evenementen te beperken. We bevorderen milieuvriendelijke vervoersmiddelen, we nemen duurzaamheidscriteria op in ons aankoopbeleid en we promoten gezond, milieuvriendelijk voedsel.

Een formeel engagement: we tekenen voor duurzaamheid

Op dinsdag 12 maart 2024 ontmoette onze Voorzitter de vertegenwoordigers van verschillende federale overheidsdiensten op het kabinet van de minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post met het oog op de ondertekening van een Charter voor een duurzame federale overheid. Met dit charter verbindt onze FOD zich ertoe om zo voorbeeldig mogelijk te zijn op het vlak van milieubeheer, diversiteit, welzijn van de medewerkers en integriteit. Deze tekst is een referentiedocument voor duurzaam beheer omdat het de concrete acties verduidelijkt die de verschillende administraties moeten uitvoeren om hun duurzaamheid te versterken. In dit kader heeft onze FOD een interne stand van zaken opgemaakt om na te gaan in welke mate de huidige praktijken beantwoorden aan de aangegane verbintenissen.

Inclusie: we versterken ons engagement

Onlangs werd een sensibiliseringsprogramma over onbewuste vooroordelen gelanceerd om een inclusieve en duurzame werkomgeving te bevorderen. We hebben gendergelijkheid bereikt in het Directiecomité en we hebben een aanzienlijk aantal personen met een handicap aangeworven, waardoor we een van de eerste administraties zijn die het streefcijfer van 3% voor werknemers met een handicap hebben overschreden. Onze inclusieverantwoordelijke, die zelf een expert is op dit gebied, werkt nauw samen met de personeelsdienst om de integratie van elke medewerker met een handicap te vergemakkelijken. In samenwerking met de FOD BOSA coördineren we ook het interfederaal actieplan ter zake en bieden we op verzoek individuele ondersteuning.

Integriteit en klokkenluiders: bescherming waarborgen

In lijn met nieuwe federale regelgeving hebben we een integriteitsbeleid gelanceerd dat is afgestemd op onze missies van algemeen belang. Dit initiatief is bedoeld om het vertrouwen en de ethiek binnen onze diensten te versterken en tegelijkertijd de bescherming van klokkenluiders binnen onze organisatie te waarborgen. In dit kader werden een coördinator en integriteitsbegeleiders aangesteld en er is een intern vormingsprogramma gestart. Er is een stabiele samenwerking tot stand gebracht met de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de FOD Kanselarij en de POD Maatschappelijke Integratie om ons integriteitsbeleid te versterken en een intern kanaal op te zetten voor het melden van integriteitsschendingen.

Welzijn op het werk: we zetten ons in voor onze werknemers

Voor het behalen van het certificaat Baanbrekende Werkgever 2025 heeft onze FOD een denkoefening opgestart en een actieplan geïmplementeerd om de professionele ontwikkeling en betrokkenheid van elke medewerker te bevorderen. Het doel is om beter te voldoen aan de verwachtingen van onze gebruikers en de maatschappij. Het middle management speelt een sleutelrol bij het inspireren van teams en het creëren van een motiverende teamdynamiek. Daarom is het middle management vernieuwd en bevestigd, en is er sinds 2023 een intensief, speciaal opleidingsprogramma.

Kwaliteit en veerkracht: we bereiden de toekomst voor

Onze FOD is zich bewust van onze verantwoordelijkheden ten opzichte van onze gebruikers en onze ministers en heeft voor elke dienst een driemaandelijks managementbeoordelingssysteem opgezet, gebaseerd op een analyse van de resultaten, budgetten en personeelsmiddelen. We professionaliseren voortdurend het beheer van onze projecten en werkprocessen. Daarnaast bereiden we ons voor op het behalen van de ISO 9001-certificering om de kwaliteit van onze dienstverlening aan personen met een handicap te verbeteren. Onze FOD versterkt ook geleidelijk haar veerkracht ten opzichte van risico’s door een eerste benadering van organisatorische controle te integreren en onze organisatie voor te bereiden op toekomstige crisissen (eerste crisisplan en voorbereiding van een cyberbeveiligingsbeleid).

Door duurzaamheid in het hart van onze initiatieven te integreren, gaan we verder dan het naleven van onze wettelijke, ecologische en maatschappelijke verantwoordelijkheden. Als overheidsadministratie spelen we een voorbeeldrol en streven we naar meer efficiëntie en doeltreffendheid ten dienste van onze gebruikers, onze politieke besluitvormers en de Belgische samenleving in haar geheel. Deze inspanningen stellen ons in staat om onze activiteiten en impact te maximaliseren en tegelijkertijd optimaal gebruik te maken van onze middelen, in het belang van iedereen: gebruikers, partners, medewerkers en politieke besluitvormers.

Excellente dienstverlening aan de burger

Excellente dienstverlening aan de burger

Personen met een handicap

Lees meer

Kunstwerkers

Lees meer

Personen met een handicap – Overzicht

Personen met
een handicap

Jaarverslag 2024

Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid - Directie-generaal Personen met een handicap

Voorwoord Julie Clément

Julie Clément

Kerncijfers

Kwaliteit

Tegemoetkomingen

Parkeerkaart

Evaluatie en erkenning van de handicap

European Disability Card (EDC)

Contact

Betrokken medewerkers

Personen met een handicap – Voorwoord Julie Clément

Julie Clément

Een kwaliteitsvolle en mensgerichte dienstverlening voor personen met een handicap

‘The biggest room is room for improvement’. Deze quote staat niet toevallig op de muren van ons kantoor in Brussel. De afgelopen jaren hebben we, dankzij het transformatieprogramma EXCEL HAN dat volledig werd uitgevoerd, heel wat verbeterd in de dienstverlening en communicatie. Alle vernieuwingen zijn ondertussen geïntegreerd in de werking van de DG Personen met een handicap (DG HAN).

Net als vele andere overheidsdiensten moeten we scherpe keuzes maken over de inzet van middelen en medewerkers. In alle aspecten gaan we op zoek naar de balans tussen kwantiteit en kwaliteit. In 2024 heeft de DG HAN resoluut de weg van een kwaliteitsgerichte aanpak ingeslagen. Dat moet de evaluatie, de beslissingen en de contacten met de burger ten goede komen.

De invoering van een kwaliteitsbeheersysteem zet mee de koers uit voor de toekomst. In 2024 werd 1 op de 20 administratieve dossiers gecontroleerd door onze kwaliteitsexperts, wat zorgt voor voortdurende verbetering en meer harmonisatie tussen onze regionale teams.

De kwaliteit van onze processen bewaken is van het grootste belang, ook al wordt onze dienst blijvend geconfronteerd met een grote toename van het aantal aanvragen. Waar we in 2021 nog 139 337 aanvragen registreerden voor een tegemoetkoming (eerste en nieuwe aanvragen van de burger en herzieningen vanuit de DG HAN), waren dat er in 2024 al 163.337 (een stijging van 17,22%). Voor de aanvragen van parkeerkaarten (met en zonder evaluatie van de handicap) was er in diezelfde periode een stijging van 85 360 tot 109 641 (stijging van 28,45%). Het is een aanhoudende trend, waardoor we er ook met meer evaluatoren niet in slagen om de behandeltijden gevoelig te verminderen.  

Onze multidisciplinaire aanpak – waarbij artsen, psychologen, maatschappelijk assistenten en para-medische experts samenwerken – zorgt wel voor evenwichtige holistische en grondige evaluaties van de impact van een handicap. Door een betere opvolging van de prioritaire dossiers binnen onze teams, slaagden we er voor die dossiers wel in om de mediane behandeltijd tussen aanvraag en beslissing te verlagen van 113 naar 87 kalenderdagen.

Het afgelopen jaar hebben we belangrijke stappen gezet om onze dienstverlening voor personen met een handicap verder te verbeteren. Onze telefonische bereikbaarheid is toegenomen van 51% (2023) tot 64% (2024) dankzij uitgebreidere openingsuren van het gratis 0800-nummer, de aanwerving en opleiding van extra medewerkers en een nieuwe tool die betere monitoring toelaat. Daardoor hebben we nu ook zicht op de tevredenheid van ons doelpubliek. 70% van de respondenten gaf aan “zeer tevreden” te zijn over de algehele kwaliteit van de oproep, nog eens 13% was “tevreden”.

Om de informatie over onze dienstverlening nog toegankelijker te maken, zijn de belangrijkste onderwerpen van onze website nu ook als gebarentaalvideo’s beschikbaar. Nieuwe digitale tools laten mensen toe om het bedrag van hun tegemoetkomingen in te schatten of op te zoeken hoeveel parkeerkaarten er in omloop zijn in hun gemeente.

In 2024 hadden we daarnaast ook bijzondere aandacht voor wie onze dienstverlening nog niet kent of er geen gebruik van maakt. Samen met onze partners voerden we een onderzoek naar de oorzaken van de non-takeup van rechten. Dankzij de bevindingen van dat onderzoek hopen we in de toekomst nog meer de juiste mensen te bereiken.

Achter elk cijfer en project in dit jaarverslag schuilt de inzet en samenwerking van onze 376 medewerkers. Ook in hen investeren we. Zonder goede medewerkers kunnen we geen goede dienstverlening verzekeren.

We wensen jullie veel leesplezier!

 

– Julie Clément –

Directeur-generaal van de DG Personen met een handicap

Personen met een handicap – Kerncijfers

Kerncijfers

Kerncijfers

  • 589.580 personen hebben een erkenning van hun handicap door de DG HAN
  • Onze evaluatoren deden 160.722 evaluaties van de handicap in 2024
  • 253.866 personen ontvangen elke maand een tegemoetkoming: 25.740 mensen krijgen enkel een inkomensvervangende tegemoetkoming, 102.576 mensen krijgen enkel een integratietegemoetkoming, 125.550 mensen combineren beide tegemoetkomingen
  • 2.78 miljard euro uitbetaald (lopende prijzen)
  • Gemiddeld maandelijks bedrag: 934 euro (lopende prijzen)
  • 513.449 parkeerkaarten voor personen met een handicap in omloop, waarvan 77.846 uitgereikt in 2024

 

Kerncijfers 2024

Aantal te behandelen en behandelde dossiers per product

  • In deze cijfers zitten alle dossiers (aanvragen op initiatief van de persoon met de handicap en herzieningen op initiatief van de DG HAN)
  • Geopende instructies = te behandelen dossiers
  • Gesloten instructies = behandelde dossiers

Behandelde dossiers over tegemoetkomingen

  • Trend in het afgesloten IVT-IT per type over de afgelopen 4 jaar (interne bron, op initiatief van de DG HAN)
  • Trend in het aantal afgesloten IVT-IT per type over de afgelopen 4 jaar (externe bron, op initiatief van de persoon met een handicap)
  • Mediane verwerkingstijd in dagen van IVT-IT
  • Mediane verwerkingstijd = het aantal kalenderdagen tussen het indienen van de aanvraag door de burger en onze beslissing

Personen met een handicap – Kwaliteit

Kwaliteit

Kwaliteitsvolle dienstverlening is een werkwoord

Om de missie van de DG HAN, nl. het verhogen van de autonomie van personen met een handicap, uit te voeren hanteert ze drie hefbomen: een gelijke toegang tot de rechten, een gelijke toekenning van de rechten en een optimale beleving bij het opnemen van de rechten. Om dit te garanderen heeft de DG HAN eind 2023 een cel ‘Kwaliteitsbeheer’ opgericht die een globaal kwaliteitsbeheersysteem zal invoeren.

De DG HAN heeft zich trouwens tot doel gesteld om de ISO 9001-norm te behalen in 2026. Dat is een internationaal erkende norm voor kwaliteitssystemen. Door een kwaliteitsgerichte aanpak aan te nemen en te streven naar de ISO 9100-norm engageert de DG Personen met een handicap zich om continu haar processen te verbeteren om een optimale dienstverlening te bieden voor burgers.

Wat werd er concreet gedaan in 2024?

In 2024 lag de nadruk op het verifiëren van administratieve beslissingen, het versterken van de opleiding van medewerkers en het definiëren van de doelstellingen van het kwaliteitsbeheersysteem.

De DG HAN bekijkt de dienstverlening vanuit 3 verschillende processen: de administratieve processen, de contacten met de burgers en de multidisciplinaire evaluatie van de handicap.

Administratief proces

Een van de belangrijkste projecten van dit jaar was de lancering van het proces voor de controle van dossiers. In 2024 werd 1 op de 20 dossiers gecontroleerd door kwaliteitsexperts, wat zorgt voor voortdurende verbetering en meer harmonisatie van de praktijken bij de verwerking van administratieve dossiers. We zitten op een gemiddelde van 92,64% van de dossiers die aan de hoogste kwaliteitseisen voldoen.

Contact met burgers

Om het contact met burgers te verbeteren, werkte de DG HAN aan de migratie naar een nieuwe tool voor het beantwoorden van oproepen en contactformulieren . Sinds de migratie naar deze nieuwe tool worden tevredenheidsenquêtes verstuurd na elke oproep en na elk ingestuurd contactformulier.

Tussen juni en december 2024 werden 7267 enquêtes ingevuld na de oproepen. De resultaten van deze enquêtes tonen aan dat 70% van de respondenten aangaf ‘zeer tevreden’ te zijn over de globale kwaliteit van de interactie. Lees meer

Multidisciplinaire evaluatie

Sinds 2022 werken we in onze teams voor de evaluatie van de handicap niet enkel met artsen, maar ook met psychologen, kine-en ergotherapeuten, maatschappelijk werkers en verpleegkundigen om handicap vanuit zoveel mogelijk invalshoeken te benaderen en verder te gaan dan de puur medische benadering.

In de loop van 2024 werden alle multidisciplinaire teams verder uitgebouwd. Lees meer

Beperkt aantal klachten

Het aantal en de aard van de klachten die we ontvangen, geeft ons een indicatie over de tevredenheid van burgers en dus over de kwaliteit van de dienstverlening van de DG HAN. Daarom volgt de DG HAN de klachten van dichtbij op. De verhouding van het aantal (gedeeltelijk) gegronde klachten ten opzichte van het aantal behandelde dossiers bedraagt slechts 0,15%.

In 2024 ontvingen we 1.218 klachten. Hiervan was 90% ontvankelijk. De andere ‘klachten’ waren verzoeken om informatie, vragen waarvoor we niet bevoegd zijn of betwistingen van beslissingen waartegen we in beroep konden gaan.

  • 69% van de klachten werd ingediend via het contactformulier en 29% via e-mail.
  • Van de 1.094 ontvankelijke klachten was 53,4% ongegrond, 33,1% gedeeltelijk gegrond en 13,4% gegrond.
  • 78% van de (gedeeltelijk) gegronde klachten ging over tegemoetkomingen en 12% ging over parkeerkaarten.

De 3 belangrijkste soorten (gedeeltelijk) gegronde klachten gingen over:

  • De erkenning van de handicap (20,2%)
  • De behandeltijden (16,6%)
  • De houding van een medewerker (13,7%)

 

Cijfers klachten 2024

Personen met een handicap – Tegemoetkomingen

Tegemoetkomingen

Wat is een tegemoetkoming?

Een tegemoetkoming is een geldbedrag dat iemand maandelijks ontvangt als ondersteuning. De DG HAN kent twee tegemoetkomingen toe. De inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) is er voor mensen die door een handicap niet of weinig kunnen gaan werken. Zij hebben een ‘verminderd verdienvermogen’. Dat wil zeggen dat ze minder dan 1/3 kunnen verdienen van wat een persoon zonder handicap kan verdienen op de algemene arbeidsmarkt.

De integratietegemoetkoming (IT) is er om gedeeltelijk de kosten te compenseren die iemand heeft om deel te nemen aan de maatschappij.

Meer informatie vind je op onze website.

Kerncijfers

  • 253.866 personen ontvangen elke maand een tegemoetkoming: 25.740 mensen krijgen enkel een inkomensvervangende tegemoetkoming, 102.576 mensen krijgen enkel een integratietegemoetkoming, 125.550 mensen combineren beide tegemoetkomingen.

Dit is een stijging van 23% tov 2020.

  • Van de mensen die IVT/IT ontvangen, woont 52,2 % in Vlaanderen, 37,9 % in Wallonië en 9,1% in Brussel, 0,7% in de Duitstalige Gemeenschap.
  • Er is een beslissing genomen over 37.225 eerste aanvragen voor een tegemoetkoming.
    • 64,2% van deze aanvragen werd geweigerd

In 43,7% van de weigeringen was de score op de evaluatie van de handicap of het verdienvermogen onvoldoende.

In 25,6% van de weigeringen waren de inkomsten te hoog.

Verder was er in 22,1% van de weigeringen onvoldoende info om een beslissing te kunnen nemen.

  • De mediane behandeltijd tussen de indiening van een eerste aanvraag voor een tegemoetkoming en onze administratieve beslissing is 192 kalenderdagen (6,3 maanden). Dit omvat bijvoorbeeld de tijd die nodig is om een evaluatie van de handicap of het verdienvermogen te doen en een administratieve beoordeling van voorwaarden zoals inkomen of gezinssituatie. Dit omvat niet de tijd die te wijten is aan de burger (bijv. door het niet opdagen op een evaluatie).

Daarvan zijn er 144 kalenderdagen (4,7 maanden) nodig om tot een beslissing van onze evaluatoren van de handicap te komen.

  • We betaalden 2,78 miljard uit aan tegemoetkomingen.
  • Wie enkel de integratietegemoetkoming heeft, krijgt gemiddeld 350 euro per maand. Wie enkel de inkomensvervangende tegemoetkoming heeft, krijgt gemiddeld 925 euro per maand. Wie beide tegemoetkomingen heeft, krijgt gemiddeld 1415 euro per maand, waarvan 925 euro voor de IVT en 489 euro voor de IT.
Cijfers tegemoetkomingen 2024
Cijfers tegemoetkomingen 2024

De cijfers in deze grafieken zijn de mediaancijfers.

Je kan alle statistieken over de tegemoetkomingen terugvinden op de website van de FOD Sociale Zekerheid.

Nieuwe maatregel laat langdurig werkloze mensen met een handicap zonder financieel risico terug aan de slag gaan

De angst om financiële ondersteuning te verliezen heeft langdurig werkloze mensen met een handicap vaak afgeschrikt om deel te nemen aan de arbeidsmarkt. Om die drempel weg te nemen, besloot de federale regering in 2024 om de combinatie van een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) met arbeidsinkomsten te vergemakkelijken voor wie (opnieuw) aan de slag gaat na minstens twee jaar inactiviteit. Voor hen zal er gedurende 2 jaar een hogere vrijstelling zijn op de arbeidsinkomsten bij de berekening van de inkomensvervangende tegemoetkoming. De maatregel is van toepassing op mensen die (opnieuw) begonnen te werken in 2023 of later, maar niet eerder.

Meer info

Burgers kunnen zelf het bedrag van hun tegemoetkoming(en) inschatten dankzij een online simulatietool

Een van de prioriteiten van de DG HAN is het toegankelijk maken van de dienstverlening voor iedereen. Op onze website lanceerden we in december 2024 een tool waarmee personen met een handicap zelf het bedrag van een inkomensvervangende tegemoetkoming en/of integratietegemoetkoming kunnen simuleren. Dit laat hen toe om tijd te besparen en zelfredzaam te zijn omdat ze geen professionele hulp moeten vragen voor deze berekening. De tool is eenvoudig te gebruiken en een persoon met een handicap kan met slechts enkele klikken een schatting krijgen.

Dat de tool populair is, bleek al meteen ook uit onze websitestatistieken. Op een maand tijd maakten professionals al 8610 keer gebruik van de tool. Ook de versie voor burgers werd al 7.896 keer gebruikt op een maand tijd.  

De berekening is een simulatie, gebaseerd op de meest voorkomende situaties. Het is slechts een schatting die op geen enkele manier bindend is voor de DG Personen met een handicap of voor de FOD Sociale Zekerheid. Het bedrag van een tegemoetkoming in de simulatietool kan dus verschillen van wat iemand in werkelijkheid zal ontvangen.

Je vindt de simulatietool op de pagina’s over de inkomensvervangende tegemoetkoming of de integratietegemoetkoming.

Non-take-up van rechten verminderen door de oorzaken beter te begrijpen

De DG Personen met een Handicap (DG HAN) zet zich in om ervoor te zorgen dat iedereen die recht heeft op ondersteuning, hier ook gebruik van maakt. Helaas zien we dat sommige mensen met een handicap hun rechten niet benutten. Met andere woorden: ze maken geen gebruik van de tegemoetkomingen of van de andere ondersteuning die de DG HAN aanbiedt. We benoemen dit als “non take-up” (NTU).

Om dit fenomeen te bestrijden en acties op te zetten om ervoor te zorgen dat meer en meer personen met een handicap hun rechten opnemen, heeft de DG HAN in 2024 een studie laten uitvoeren over de oorzaken van de non-take-up.

De doelstellingen van deze studie waren:

  • Overeenstemming bereiken over een gemeenschappelijke definitie van non-take-up (NTU) van rechten in de context van handicap.
  • De oorzaken van NTU begrijpen.
  • Gerichte acties voorstellen, met integratie van de al bestaande of geïdentificeerde, om NTU te verminderen.
  • Een methode ontwikkelen om de impact van de acties tegen NTU van de DG HAN te evalueren.

Daarvoor hielden we ook een enquête, online en via onze partners die in contact staan met personen met een handicap. Het succes van de enquête was enorm, maar liefst 2560 bruikbare antwoorden werden verzameld.

Bijna de helft van de respondenten gaf aan moeilijkheden te ondervinden bij minstens één van de diensten van de DG HAN. Regionale verschillen en de aard van de handicap spelen een rol in de proportie van NTU. Personen met een psychische handicap worden er bijvoorbeeld vaker mee geconfronteerd.
 
De meest gemelde problemen zijn administratieve moeilijkheden, een gebrek aan kennis en onvoldoende begeleiding. De respondenten benadrukten de noodzaak om procedures te vereenvoudigen, de communicatie te verbeteren en persoonlijke ondersteuning te bieden. 

Het onderzoek wordt afgerond met de presentatie van een gedetailleerd actieplan, dat in 2025 wordt verwacht.

Personen met een handicap – Parkeerkaart

Parkeerkaart

Wat is een parkeerkaart?

Een parkeerkaart voor personen met een handicap geeft deze persoon in België, als chauffeur en als passagier, het recht om te parkeren op voorbehouden plaatsen. Meer informatie vind je op onze website.

Kerncijfers

  • In 2024 heeft de DG HAN 77.846 parkeerkaarten uitgereikt.
  • Eind 2024 waren er in totaal 513.449 parkeerkaarten in omloop.
  • In 2024 zijn er 216.465 unieke parkeerkaarten gecontroleerd met de app Handi2Park.

Deze applicatie is door de DGHAN ontwikkeld voor politiediensten en GAS-ambtenaren die parkeerinbreuken willen vaststellen. Dankzij de app kunnen ze een parkeerkaart scannen en in onze databank zien of ze geldig is of niet. Op basis van hun eigen databanken kunnen ze dan de eigenaar van het voertuig identificeren en boetes uitschrijven.

  • De mediane behandeltijd tussen het indienen van een eerste aanvraag voor een parkeerkaart en onze beslissing is 70 kalenderdagen (2,3 maanden).

 

Cijfers parkeerkaarten 2024

Een nieuwe tool om het aantal uitgereikte parkeerkaarten per gemeente te raadplegen

In 2024 heeft de DG HAN een tool ontwikkeld die toelaat om het aantal parkeerkaarten in België te zien. Je kan dit bekijken per gemeente, stad, regio of voor geheel België. De tool is beschikbaar op onze website om deze informatie toegankelijk te maken voor al onze doelgroepen, zowel professionals als burgers.

Waarom deze tool? De DG HAN krijgt regelmatig vragen over hoeveel parkeerkaarten voor personen met een handicap er in omloop zijn. Dankzij deze tool kunnen we proactief en transparant een antwoord bieden.

De cijfers zullen 2 keer per jaar geüpdatet worden zodat de informatie actueel blijft.

Lees meer

Personen met een handicap – Evaluatie en erkenning van de handicap

Evaluatie en erkenning van de handicap

Wat is een evaluatie van de handicap?

Bij de DGHAN laten jaarlijks zo’n 160.000 mensen hun handicap evalueren, wat de toegang tot steun zoals een tegemoetkoming of parkeerkaart mogelijk maakt. Dit gebeurt meestal via een afspraak met onze evaluatoren.

De evaluatie is geen medische diagnose. Onze evaluatoren bekijken medische verslagen van behandelende artsen, maar willen vooral weten hoe de handicap het dagelijks leven beïnvloedt: kan iemand zelfstandig koken, zich wassen, zich verplaatsen of werken? Dit maatwerk kost meer tijd, maar zorgt ervoor dat iedereen de juiste ondersteuning krijgt.

Sinds 2022 heeft de DGHAN een multidisciplinaire aanpak: artsen, ergo- en kinesitherapeuten, maatschappelijk werkers en psychologen beoordelen de impact van een handicap. In elk van de 10 centra voor de erkenning van de handicap bespreken ze in team de evaluaties op een manier die alle aspecten van een handicap omvat: medisch, sociaal, emotioneel en functioneel. Zo garanderen we overal in België een eerlijke en grondige evaluatie, ongeacht waar iemand zijn aanvraag indient.

Kerncijfers

  • De artsen en evaluatoren van de DG HAN deden 160.722 evaluaties in het kader van de erkenning van de handicap.
  • De mediane doorlooptijd om langs te komen op een evaluatie van de handicap voor een eerste aanvraag voor een tegemoetkoming is 144 dagen. Voor een parkeerkaart gaat het om 57 dagen.
  • Het duurt gemiddeld 135 dagen (4,4 maand) voor iemand het attest van de erkenning van de handicap krijgt.
  • Ook in 2024 werden psychologische en orthopedische aandoeningen het vaakst geëvalueerd.

Pathologieën (in %)

Cijfers evaluaties 2024

Je vindt alle statistieken over de evaluaties op de website van de FOD Sociale Zekerheid.

Nieuwe aanwervingen om de dienstverlening aan burgers te verbeteren

Om de dienstverlening aan burgers efficiënter en kwalitatiever te maken heeft de DG HAN alle multidisciplinaire teams voor de beoordeling van handicaps versterkt met nieuwe medewerkers. Er is nu in bijna elk van de 10 regionale teams een evaluator kine- of ergotherapeut, een verpleegkundige, een maatschappelijk assistent en een psycholoog aanwezig. In teams met een grote dossierlast zijn er een of twee evaluatoren extra. Er zijn in 2024 ook bijkomende coördinerende artsen aangeworven zodat er nu minstens 2 zijn in elk team.

Naar een vermindering van de wachttijden

In 2024 werd een uniform beleid ontwikkeld voor ‘dossiers op stukken’. Dit zijn dossiers waarvoor onze evaluatoren een beslissing nemen op basis van de informatie in het dossier, zonder de persoon met een handicap uit te nodigen in het centrum voor de erkenning van de handicap. Dit proces maakt deel uit van het nieuwe kwaliteitsmanagementsysteem. Dit is belangrijk omdat we de werkwijzen tussen de verschillende teams willen harmoniseren om de wachttijden te verkorten.

Naar een globale kijk op handicap

In 2024 werden ook de eerste stappen gezet voor de herziening van de pathologiefiches (die vroeger voornamelijk medische uitleg gaven over bepaalde aandoeningen) zodat ze duidelijker te gebruiken zijn voor onze evaluatoren. Meer concrete richtlijnen zullen ook worden toegevoegd. Zo gaan we verder dan de puur medische benadering van de handicap.

Voorstellen voor het verbeteren van het evaluatieproces en de toekenning van de inkomensvervangende tegemoetkoming

De huidige wetgeving over tegemoetkomingen voor personen met een handicap dateert al van 1987 en is verouderd. Een moderne evaluatie vraagt om een wetgeving die rekening houdt met de evoluties in de samenleving! Een hervorming van de wetgeving is in het vooruitzicht gesteld. Ter voorbereiding lieten we verschillende studies uitvoeren om op een onderbouwde manier beleidsaanbevelingen te kunnen doen.

In 2024 realiseerden we hiervoor 2 projecten:

Het verbeteren van de toekenning van de inkomensvervangende tegemoetkoming:

Om in aanmerking te kunnen komen voor een inkomensvervangende tegemoetkoming evalueren we het ‘verdienvermogen’. Dit komt erop neer dat iemand pas in aanmerking kan komen voor de tegemoetkoming als die maximaal 1/3e kan verdienen van wat iemand zonder handicap zou krijgen op de algemene arbeidsmarkt.

Het Centrum voor Publiek- en Sociaal Recht van de ULB heeft van 2022 tot 2024 een studie uitgevoerd over de definitie en evaluatie van handicap met betrekking tot de inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT). Het uiteindelijke doel van deze studie was om de DG HAN wetsvoorstellen en praktische aanbevelingen aan te reiken om het proces van beoordeling van handicap en toekenning van de IVT te verbeteren.

De voorstellen werden ondergebracht onder tien hervormingspijlers, zowel op praktisch als wetgevend niveau, voor de manier waarop een handicap wordt geëvalueerd voor de toekenning van de IVT.

Deze tien belangrijke hervormingspijlers behandelen onder andere de volgende vragen:

  • Hoe kan een betere toegang tot informatie worden gewaarborgd en de kwaliteit van dossiers worden verbeterd?
  • Beoordeling: welke evaluatieschalen kunnen worden gebruikt in overeenstemming met het VN-Verdrag, en hoe kan de evaluatie nog meer multidisciplinair en in team worden uitgevoerd?
  • Hoe kunnen personen met een handicap hun IVT combineren met (gedeeltelijke) arbeidsinkomsten?
  • Hoe kan de beoordeling van de handicap worden aangepast aan jonge aanvragers, aan progressieve aandoeningen of aan bijzonder complexe pathologieën?
  • Hoe kan worden gewaarborgd dat werkende personen met een handicap maatschappelijk erkend worden (maatschappelijke erkenning van handicap)?

De DG HAN zal noodzakelijke lessen trekken uit deze studie voor de beoordeling van het verdienvermogen in het kader van de herziening van de wet van 27 februari 1987 betreffende tegemoetkomingen aan personen met een handicap.

Het verbeteren van de ondersteuning van chronisch zieke jongeren:

Jongeren met een zware chronische aandoening die niet of slechts deeltijds kunnen werken, dreigen buiten het sociale zekerheidssysteem te vallen. Door hun chronische aandoening op jonge leeftijd hebben ze vaak niet genoeg gewerkt om socialezekerheidsrechten op te bouwen. Vaak komen ze dan ook niet in aanmerking voor een ziekte- of werkloosheidsuitkering. Dit probleem werd in 2024 grondig onderzocht door Hogeschool PXL, in opdracht van de FOD Sociale Zekerheid.

Het doel van het onderzoek was om de obstakels in de huidige hulpverlening te identificeren en te achterhalen waarom sommige jongeren met een chronische aandoening geen toegang krijgen tot de ondersteuning waar ze recht op hebben. De resultaten bieden waardevolle inzichten en dienen als basis voor beleidsaanbevelingen om de toegankelijkheid van financiële en sociale steun te verbeteren.

De DG HAN zal zich in 2025 baseren op de conclusies en aanbevelingen van deze studie om de ondersteuning aan jongeren (vanaf 18 jaar) met een chronische ziekte te verbeteren.

Personen met een handicap – European Disability Card

European
Disability Card (EDC)

Wat is de European Disability Card?

De European Disability Card (EDC) is een Europees initiatief dat tot doel heeft de inclusie van mensen met een handicap in de samenleving te verbeteren door hun deelname aan sportieve, culturele en vrijetijdsactiviteiten te vergemakkelijken. In België is de FOD Sociale Zekerheid een van de zes organisaties die de European Disability Card uitreiken.

Dankzij meer dan 500 partners, biedt deze kaart heel wat voordelen zoals aangepaste rondleidingen, bijzondere evenementen of kortingen. Je kan ermee terecht in musea, sportclubs, zwembaden, pretparken, …

Ontdek nieuwe ervaringen op www.eudisabilitycard.be

Kerncijfers

De EDC werd voor het eerst in België uitgereikt in 2017. Er waren eind 2024 zo’n 342.120 kaarten in omloop. Daarvan werden er 78,45% uitgereikt door de DG HAN. (Cijfers Kruispuntbank Sociale Zekerheid).

 

Cijfers EDC 2024 

European Disability Card voortaan automatisch opgestuurd naar mensen met een handicap

Wie erkend is als persoon met een handicap heeft recht op de EDC. Sinds januari 2024 moet je je European Disability Card niet meer zelf aanvragen: iedereen met een erkende handicap krijgt de kaart automatisch opgestuurd . De kaart is 5 jaar geldig en wordt automatisch verlengd als je nog aan de voorwaarden voldoet.

Wie al voor 2024 een erkenning kreeg, kan de kaart uiteraard nog steeds aanvragen via My Handicap. Je krijgt ze zonder verdere formaliteiten binnen de 30 dagen in de bus.

Wat heeft het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie betekend voor personen met een handicap?

De Europese Unie (EU) raakt bijna elk aspect van het leven van haar burgers, ook de ongeveer 87 miljoen personen met een handicap. Van januari tot juni 2024 was ons land voorzitter van de Raad van de Europese Unie.

Het wetgevend dossier van de EDC

Onze FOD was samen met de Permanente Vertegenwoordiging verantwoordelijk voor de opvolging van het wetgevend dossier rond het voorstel van de Europese richtlijn over European Disability Card (EDC) en de Europese parkeerkaart voor personen met een handicap. In februari 2024 bereikte het EU-voorzitterschap van de Raad een voorlopig akkoord met de onderhandelaars van het Europees Parlement over de richtlijn.

Verblijven van personen met een handicap in Europa faciliteren

Het doel van de richtlijn is te zorgen voor gelijke toegang tot speciale voorwaarden of een voorkeursbehandeling voor personen met een handicap tijdens een kort verblijf in de EU, zoals gereduceerde of gratis toegangsprijzen, prioritaire toegang, bijstand en gereserveerde parkeerplaatsen.

De tekst voorziet ook dat nationale overheden zullen verantwoordelijk zijn voor de uitgifte van deze fysieke en digitale kaarten in een toegankelijk formaat. De kaarten zullen in de hele EU worden erkend als bewijs van handicap of recht op specifieke diensten op grond van handicap.

Wat moet er nog gebeuren?

De lidstaten hebben tweeënhalf jaar de tijd om hun nationale wetgeving aan te passen en drieënhalf jaar om de richtlijn toe te passen. Organisaties die personen met een handicap vertegenwoordigen zullen betrokken worden bij de implementatie en evaluatie van deze twee kaarten.

Personen met een handicap – Contact

Contact

Kerncijfers

Contactformulieren

We hebben 239.395 contactformulieren beantwoord.

Meer dan 75% werd beantwoord in 2 werkdagen, meer dan 90% in 5 werkdagen.

Telefonische bereikbaarheid

Over het hele jaar 2024 bedroeg het bereikbaarheidspercentage 64%, een verdere verbetering tov de 51% van 2023.

In december 2024 hadden we een telefonische bereikbaarheid van 81%. Dit bereikbaarheidspercentage wordt berekend over alle oproepen die we binnenkrijgen tijdens de openingsuren van het 0800-nummer.

We kregen 514.960 oproepen binnen de openingsuren van het 0800-nummer.

> 403.755 oproepen om een medewerker te spreken

Daarvan hebben we 220.286 oproepen beantwoord (54%) van 108.609 personen

> 109.631 oproepen zonder een medewerker te willen spreken (betaaldatum of aanvraag attest), van 69.868 personen

Een oproep duurt gemiddeld 4 minuten.

 

Cijfers bereikbaarheid 2024

* Bereikbaarheid per maand

Burgers kunnen de DG HAN gemakkelijker telefonisch bereiken

Over het hele jaar 2024 bedroeg het bereikbaarheidspercentage 64%, een verdere verbetering tov de 51% van 2023. In december 2024 had de DG HAN een telefonische bereikbaarheid van 81%. Dit bereikbaarheidspercentage wordt berekend over alle oproepen die we binnenkrijgen tijdens de openingsuren van het 0800-nummer (van maandag tot vrijdag tussen 9u en 12u30).

Dat burgers snel antwoord krijgen op vragen over hun rechten of dossiers is een absolute prioriteit voor de DG HAN. Daarom zijn er in 2024 verschillende initiatieven opgezet om de telefonische bereikbaarheid te verbeteren:

  • De aanwerving van extra klantenrelatiebeheerders (die telefoons en contactformulieren beantwoorden), waardoor het totale aantal nu op 105 komt.
  • Het actieplan dat werd uitgerold in juli om de telefonische bereikbaarheid te verbeteren dankzij organisatorische maatregelen binnen de regionale teams en extra middelen voor telefonie. Zo konden we de telefonische bereikbaarheid in de verschillende taalgroepen meer op elkaar afstemmen.
  • Ontwikkeling van een nieuwe planningstool om de uren en dagen waarop er meer oproepen zijn te identificeren zodat medewerkers gerichter ingezet kunnen worden.
  • De migratie naar een nieuwe tool voor het beantwoorden van oproepen en contactformulieren die toelaat om continu de tevredenheid van ons doelpubliek te meten.

De tevredenheid van de gebruikers wordt voortaan gemeten

Sinds de migratie naar deze nieuwe tool worden tevredenheidsenquêtes verstuurd na een oproep of het sturen van een contactformulier.

Tussen juni en december 2024 werden 7.267 enquêtes ingevuld na oproepen. De resultaten van deze enquêtes laten zien dat 70% van de respondenten aangaf “zeer tevreden” te zijn over de algehele kwaliteit van de interactie, nog eens 13% was “tevreden”.

Tussen juni en oktober ontvingen we ook 802 feedbacks naar aanleiding van een reactie op een contactformulier. 67% van de respondenten vond dat ze een duidelijk en volledig antwoord op hun verzoek hadden gekregen.

Gebruikers maakten ook gebruik van dit kanaal om het werk van onze medewerkers te complimenteren:

  • “Blijf zoals jullie zijn. Alle mensen met wie ik contact heb gehad, zijn altijd aardig en heel begripvol tegen me geweest. Heel erg bedankt.”
  • “Heel erg bedankt. Ik ben erg blij en gelukkig omdat je me echt geholpen hebt. Bedankt.”
  • “Ik wil jullie gewoon hartelijk bedanken voor jullie geduld en jullie luistervaardigheid bij het begeleiden van al onze vragen. Veel succes en veel moed.”

Onze centra voor de erkenning van de handicap: een nieuw direct contactpunt

Voor de evaluatie van hun handicap nodigen we ons doelpubliek uit in 10 centra voor de erkenning van de handicap in heel België.

Sinds 2024 bieden we in deze centra ook andere diensten aan. Wie liever niet naar ons 0800-nummer belt of het contactformulier gebruikt, kan er terecht met algemene vragen. Sinds 2024 zijn de meeste van onze centra elke werkdag tijdens de kantooruren zonder afspraak open voor het publiek. Dat is een grote stap vooruit naar een betere toegankelijkheid!

Gebarentaalvideo’s beschikbaar op onze website

Om onze website nog toegankelijker te maken, zijn er nu 52 informatieve video’s in gebarentaal: 26 in Vlaamse Gebarentaal (VGT) en 26 in Langue des Signes de Belgique Francophone (LSFB). Hiermee krijgen dove en slechthorende personen gemakkelijker toegang tot belangrijke informatie over bijv. tegemoetkomingen, sociale voordelen en de erkenningsprocedure.

De inclusie van personen met een handicap en het vergroten van hun zelfredzaamheid vormt de kern van de visie en missie van de DG HAN. We zetten ons dan ook in om informatie toegankelijk en duidelijk te maken voor iedereen, zodat iedereen weet waar die recht op heeft.

Onze maatschappelijk assistenten begeleiden personen met een handicap naar onze dienstverlening

Zonder maatschappelijk assistenten zou de DG HAN er helemaal anders uitzien. Zij brengen, net als hun collega’s die zorgen voor burgercontacten, onze dienstverlening naar personen met een handicap en zorgen ervoor dat ze weten waar ze recht op hebben. Hun werk gaat echter veel verder dan enkel informeren. Ze bieden ondersteuning, denken mee en zijn een onmisbare schakel binnen én buiten onze organisatie.

Bereikbaar voor burgers …

Elke dag beantwoorden de maatschappelijk assistenten talloze vragen via mail en telefoon. Ze vormen ook een belangrijk fysiek contactpunt in de eerste lijn: ze organiseren zitdagen in bijna alle Belgische gemeenten en geven infosessies aan zowel professionals als burgers. Hoeveel zitdagen er in jouw buurt zijn kan je zien op de zitdagentool op onze website.

Op deze zitdagen kunnen burgers met én zonder dossier met al hun vragen terecht. Op beurzen zoals REVA, Werelddovendag en En route vers mon avenir brengen de maatschappelijk assistenten onze dienstverlening naar het publiek. Dankzij hun inzet helpen ze mensen die anders misschien niet zouden weten waar ze recht op hebben. Ze spelen daarmee een cruciale rol in de strijd tegen non take-up van rechten.

En voor professionals

Onze maatschappelijk assistenten geven ook infosessies voor professionals over de werking van de DG HAN. Dit kan gaan van een presentatie over onze wetgeving tot een praktische opleiding over het gebruiken van My Handicap. Onmisbaar dus!

Investeren in onze samenwerking met partners

Om personen met een handicap zo goed mogelijk te helpen, werkt de DG HAN nauw samen met OCMW’s, gemeenten en ziekenfondsen. Deze partners staan dicht bij de burger en spelen een cruciale rol in het informeren, begeleiden en ondersteunen van personen met een handicap. Een belangrijk deel van de aanvragen voor personen met een handicap wordt dankzij hun begeleiding ingediend.

Een enquête om de tevredenheid van onze partners te meten

In de zomer van 2024 hielden we een enquête om de tevredenheid van onze professionele partners te meten en inzicht te krijgen in hun werkmethodes. De enquête werd anoniem ingevuld door 137 professionals, hoofdzakelijk maatschappelijk assistenten van organisaties als ziekenfondsen, OCMW’s en gemeentes.

We delen graag enkele resultaten met jou.

De deelnemers mochten een score op 10 geven aan onze ondersteuning. Zo scoorden we een:

  • 7,40 voor onze dienstverlening aan personen met een handicap
  • 7,53 voor onze ondersteuning aan professionals
  • 7,86 voor het contact met onze dossier-en klantenrelatiebeheerders
  • 8,52 voor het contact met onze maatschappelijk assistenten

Ook andere aspecten van de werking van de DG HAN werden bevraagd, waaruit volgende resultaten voortkwamen:

  • 84% van de professionals gebruikt het contactformulier minstens maandelijks, waarvan 60% zelfs wekelijks.
  • 71% volgt minstens wekelijks dossiers op via My Handicap.
  • Slechts 52% van de professionele partners is op de hoogte dat de evaluatie van de handicap in multidisciplinaire teams gebeurt.
  • Veelgenoemde pluspunten in de ondersteuning aan professionals zijn de snelle respons op vragen via het contactformulier, het persoonlijk contact met maatschappelijk assistenten en de informatie in My Handicap.

Deze enquête zal ons toelaten om acties op te stellen om onze ondersteuning aan de partners te verbeteren.

Nieuwe partners identificeren om meer personen met een handicap te bereiken

In 2024 investeerden we ook in de samenwerking met verenigingen. Zij hebben geen professionele toegang om aanvragen in te dienen via My Handicap maar spelen wel een belangrijke rol in het begeleiden van personen met een handicap naar onze dienstverlening. Zo ontmoetten we de Alzheimerliga, de Brailleliga, het Vlaams patiëntenplatform, de Hersenletselliga, Doof Vlaanderen, de Vlaamse Onderwijsraad, de Vlaamse Vereniging Autisme, VZW Psyche en de Nationale Belgische Multiple Sclerose Liga.

Onze doelstelling is om steeds meer partners te vinden die ons toelaten om zoveel mogelijk personen met een handicap te bereiken zodat ze op de hoogte zijn van hun rechten en hoe ze er aanspraak op kunnen maken.

Personen met een handicap – Betrokken medewerkers

Betrokken medewerkers

Kerncijfers

  • Binnen de FOD Sociale Zekerheid werken 710 medewerkers.
  • 376 zijn werkzaam in de DG HAN:
  • 10 regionale centra met elk een centrumdirecteur
  • 21 coördinerende artsen werken samen met 45 evaluatoren aan de evaluatie van de handicap.
  • 210 medewerkers zorgen voor het onthaal, dossierbeheer en het contact met de burger.
  • 52 maatschappelijk assistenten begeleiden personen met een handicap naar onze dienstverlening.

Meer mensen met een handicap in dienst bij de federale overheid

In 2024 zette de FOD Sociale Zekerheid zijn doelstelling verder om als werkgever een rolmodel te zijn op het vlak van de tewerkstelling van personen met een handicap.

Op het vlak van de regelgeving stelt het artikel 3 van het Koninklijk Besluit van 6 oktober 2025 over de inclusie van personen met een handicap en de redelijke aanpassingen tijdens selecties voorop dat elke overheidsdienst minstens 3% personen met een handicap moet tewerkstellen onder zijn medewerkers.

Binnen onze organisatie behaalden we 3,39% in 2023 en meer dan 4% in 2024. Deze voortdurende stijging is te wijten aan structurele initiatieven die een inclusieve organisatiecultuur promoten. De aanpak bestaat uit drie grote pijlers, nl. de aanwerving, de ontvangst en de begeleiding van personen met een handicap.

Lees meer

Investeren in sterk leiderschap: een groeitraject ontwikkeld op maat van ons middenmanagement

De Fod Sociale Zekerheid wil een slagkrachtige organisatie zijn en hiervoor is sterk leiderschap nodig op alle niveaus. Het middenmanagement vervult een cruciale rol. Onze FOD telt 26 middenmanagers verdeeld over de verschillende diensten heen. Bij DG HAN gaat het om de 10 directeurs van de centra voor de erkenning van de handicap en om de coördinatoren van de vier teams die management- en beleidsondersteuning bieden. Om hen te ondersteunen en te begeleiden werd er een leiderschapstraject opgestart dat volledig werd ontwikkeld door onze eigen HR-afdeling (dienst talent).

Lees meer

Working in the arts

Working in the arts

Eén jaar bestaan van de Kunstwerkcommissie

1 januari 2024 markeerde de oprichting van de Kunstwerkcommissie en de inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving voor kunstwerkers.

Deze onafhankelijke commissie is verantwoordelijk voor de toekenning van het kunstwerkattest aan degenen die het aanvragen. Met dit attest krijgen kunstwerkers toegang tot specifieke socialezekerheidsmaatregelen die zijn afgestemd op de realiteit van de kunstensector.

Een commissie met uiteenlopende expertise

De Kunstwerkcommissie bestaat uit:

  • kunstwerkdeskundigen, voorgesteld door de kunstfederaties;
  • vertegenwoordigers van de RSZ, de RSVZ en de RVA;
  • vertegenwoordigers van vakbonden en werkgevers- en zelfstandigenorganisaties;
  • vertegenwoordigers van de Gemeenschappen (facultatief).

Wil je meer weten? Lees alles over de Kunstwerkcommissie op onze website www.workinginthearts.be

Ondersteuning door de FOD Sociale Zekerheid

Hoewel de Kunstwerkcommissie een onafhankelijk orgaan is, krijgt ze ondersteuning van de FOD Sociale Zekerheid, en meer bepaald van het team Working in the Arts (WITA) van DG Juridische Expertise.

Het WITA-team verzorgt niet alleen het secretariaat van de Commissie, maar speelt ook een essentiële rol op het vlak van communicatie, juridische bijstand en het opstellen van verslagen. Het WITA-team is ook de eerste lijn van contact met kunstwerkers en beantwoordt veel vragen per telefoon of e-mail.

Het WITA-team bestaat uit juristen, een ICT-coach, een cultuurexpert, gedetacheerde deskundigen van de RSVZ en de RVA, en leden van het secretariaat, en werkt dagelijks aan de werking van de Commissie.

Meer informatie over de leden van het WITA-team vind je op onze website www.workinginthearts.be

Een eerste jaar gekenmerkt door een groot aantal aanvragen

Aan het einde van dit eerste jaar heeft de Commissie niet minder dan 1.867 kunstwerkattesten uitgereikt. Dankzij de overgangsmaatregelen hebben veel kunstwerkers ook automatisch een attest kunnen krijgen, wat het totaal op 13.623 (cijfer van 27 maart 2025) kunstwerkattesten brengt die momenteel in omloop zijn.

Deze cijfers illustreren de centrale rol van de Commissie en het WITA-team. Hun dagelijkse werk zorgt ervoor dat kunstwerkers de erkenning en sociale bescherming krijgen die ze nodig hebben om hun beroep uit te oefenen.

Om meer te weten te komen over het kunstwerkattest en de sociale bescherming die ermee gepaard gaat, kan je onze website www.workinginthearts.be bezoeken.

2024 in cijfers

  • Aantal uitgereikte kunstwerkattesten: 1867
  • Aantal uitgegeven kunstwerkattesten (per attesttype):
    • gewone kunstwerkattesten: 35
    • kunstwerkattesten ‘starter’: 315
    • kunstwerkattesten ‘plus’: 1517
  • Aantal vergaderingen van de verschillende kamers van de commissie
    • plenaire kamer: 8
    • uitgebreide kamers: 11
    • beperkte kamers FR: 70
    • beperkte kamers NL: 51
    • beperkte kamers DE: 6

De WITA-dossierbeheerders zijn Connectoo-gecertificeerd

Bijna de helft van de volwassen bevolking in België heeft geen digitaal contact met de overheidsdiensten.

Maar zoals veel andere administratieve procedures, gebeurt het aanvragen van een kunstwerkattest volledig digitaal.

Daarom heeft WITA besloten om zich actief in te zetten voor kunstwerkers die minder digitaal aangelegd zijn.

Alle dossierbeheerders en de IT-coach van WITA zijn nu Connectoo-gecertificeerd. Dat betekent dat ze kunstwerkers optimaal kunnen ondersteunen wanneer ze moeite hebben met het invullen van hun dossier en het aanvragen van een kunstwerkattest.

Wat is Connectoo?

Connectoo is een opleiding voor ambtenaren dat als doel heeft om de digitale kloof te dichten. Deelnemers leren hoe ze burgers kunnen ondersteunen wanneer ze moeilijkheden ondervinden bij digitale administratieve procedures.

Een sociale bescherming verbonden met de wereld – Overzicht

Een sociale bescherming verbonden met de wereld

“Een van de belangrijkste activiteiten van 2024 was het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie, dat de volledige inzet van onze departementen vergde. Dit droeg rechtstreeks bij aan het succes en versterkte de leiderspositie van België op het Europese toneel.” 

 

– Manuel Paolillo –

Directeur-generaal Beleidscoördinatie & Internationale Relaties

Belgisch voorzitterschap EU 2024

Eindrapport federaal actieplan handicap

Europa

Internationale organisatie

Ecologische transitie en sociale zekerheid

Internationale samenwerking en bilaterale verdragen

Een sociale bescherming verbonden met de wereld – Voorzitterschap EU

Zes maanden Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie

Van 1 januari tot 30 juni 2024 nam België het roulerend voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie op zich. Tijdens de eerste helft van het jaar speelde ons land een belangrijke rol in de organisatie van de werkzaamheden van de Raad van de Europese Unie, vooral in het aansturen van het besluitvormingsproces.

Het Belgische voorzitterschap viel samen met het einde van de huidige EU-legislatuur en het mandaat van de commissie-Von der Leyen. Op dat cruciale moment moest het voorzitterschap leiding geven aan het werk van de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (EPSCO) om ervoor te zorgen dat de lopende wetgevende werkzaamheden met succes kon worden afgerond voor de ontbinding van het Europees Parlement. Naar vaste gewoonte werden de trialogen in het eerste kwartaal gehouden en kwam het Europees Parlement in april 2024 bijeen voor zijn laatste plenaire vergadering, waardoor er een krap tijdschema overbleef voor de afronding van wetgevende dossiers die als prioriteiten voor het voorzitterschap waren aangemerkt.

De timing van het voorzitterschap bood ook een unieke gelegenheid om na te denken over de verwezenlijkingen van de voorbije ambtstermijn en lessen te trekken die het werk van de volgende Commissie zouden kunnen inspireren, aangezien de Europese Raad begin 2024 begon met het opstellen van zijn ‘strategische agenda’.

Als federale administratie verantwoordelijk voor sociale zekerheid speelde de FOD Sociale Zekerheid niet alleen een sleutelrol in de voorbereiding van de wetgevende dossiers, maar ook in de organisatie van belangrijke evenementen en officiële vergaderingen.

Wetgevende dossiers

Als voorzitter van de Raad van de Europese Unie aan het einde van een legislatuur wilden we de lopende wetgevende dossiers afronden. Voor de sociale sector speelde onze FOD een rol in verschillende dossiers: de Richtlijn inzake Platformwerk, de Europese kaart voor personen met een handicap, de herziening van de Verordening 883/2004 en digitalisering.

Richtlijn inzake platformwerk

De Richtlijn inzake Platformwerk is een historische mijlpaal. Het is de allereerste EU-wetgeving die algoritmisch beheer op de werkplek reguleert, meer transparantie en verantwoordingsplicht in de platformeconomie bevordert en procedurele EU-minimumnormen vaststelt om de arbeidsvoorwaarden voor platformwerkers in de hele EU te verbeteren.

In de Raad werd een algemene benadering bereikt op 12 juni 2023 onder het Zweedse voorzitterschap. De onderhandelingen in trilogen begonnen onder het Spaanse voorzitterschap en in januari 2024 werd het dossier overgedragen aan het Belgische voorzitterschap. Het wetgevende dossier was een topprioriteit van het Belgische voorzitterschap. Nadat op 8 februari 2024 een voorlopig akkoord was bereikt met het Europees Parlement, kon tijdens de EPSCO-Raad van 11 maart 2024 de vereiste gekwalificeerde meerderheid in de Raad worden gevonden.

Europese kaart voor personen met een handicap en Europese parkeerkaart voor personen met een handicap

De Europese kaart voor personen met een handicap was een langverwachte mijlpaal in de bevordering van de rechten van personen met een handicap, aangezien die kaart het vrije verkeer van personen met een handicap aanzienlijk zal vergemakkelijken door de wederzijdse erkenning van hun handicapstatus in de hele EU verplicht te stellen voor korte verblijven of bezoeken. Dat zal er op zijn beurt voor zorgen dat personen met een handicap toegang krijgen tot alle speciale voordelen die voorbehouden zijn aan personen met een handicap in een breed scala van diensten wanneer zij een ander land bezoeken, met inbegrip van vervoer en culturele, vrijetijds- en sportactiviteiten of -faciliteiten. Bovendien zal de gestandaardiseerde Europese parkeerkaart ervoor zorgen dat personen met een handicap hun parkeerrechten in de EU gerespecteerd zien en dat ze niet onterecht beboet worden.

De coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

Sinds 2017 onderhandelen de Raad van de EU en het Europees Parlement over een herziening van de Verordeningen 883/2004 en 987/2009 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Die herziening wil de regels op dit gebied moderniseren, rekening houdend met veranderingen in de nationale socialezekerheidsstelsels, en ze duidelijker, eerlijker en gemakkelijker te handhaven maken.

Ondanks zeven jaar onderhandelen hadden de Raad en het Europees Parlement nog steeds geen akkoord bereikt ondanks het naderende einde van de legislatuur, waardoor België slechts enkele weken de tijd had om te proberen dit complexe dossier af te ronden. Daarom heeft het voorzitterschap gestreefd naar een gefaseerde oplossing, waarbij eerst de hoofdstukken van de verordeningen waarover al een voorlopig akkoord is bereikt zouden worden geconsolideerd. De gesprekken over de hoofdstukken zonder akkoord worden voortgezet.

De digitalisering van de sociale zekerheid

De focus van het Belgische voorzitterschap met betrekking tot digitalisering in de coördinatie van de sociale zekerheid lag vooral op de correcte en volledige operationalisering van EESSI (Electronic Exchange of Social Security Information) als hoeksteen van de digitale architectuur voor de coördinatie van de sociale zekerheid, wat bijdraagt tot een betere bescherming over de grenzen heen van de socialezekerheidsrechten van burgers.

Meer specifiek heeft het Belgische voorzitterschap nauw samengewerkt met de Europese Commissie om een mogelijke oplossing te ontwikkelen voor de digitalisering van de EZVK op korte termijn. Het doel is om burgers in staat te stellen snel en op elke gewenste plaats en tijd, een certificaat van recht op gezondheidszorg te downloaden waarvan de geldigheid kan worden gecontroleerd door middel van een QR-code, zodat zij kunnen profiteren van de nodige zorg tijdens een verblijf in een andere lidstaat. Er is een oproep gedaan aan de lidstaten om een proefproject te starten om de haalbaarheid van een dergelijke oplossing te testen.

  • 0
  • 1
  • 2
  • 3

Conferenties

Het Belgische voorzitterschap wilde een meer inclusieve, gendergelijke en eerlijke samenleving promoten. Die ambitie is dan ook terug te vinden in de thematische conferenties die onze FOD organiseerde. De conferenties waren kruispunten van samenwerking en uitwisseling op Europees niveau, brachten belangrijke belanghebbenden samen en beïnvloedden het debat in de juiste richting.

Eerlijke mobiliteit in de EU en de rol van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA)

Als deel van het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU, werkten de FOD Werkgelegenheid en de FOD Sociale Zekerheid aan een gemeenschappelijk project om de activiteiten en verwezenlijkingen van ELA te promoten en de doeltreffendheid van haar opdrachten te evalueren. Dat initiatief heeft de zichtbaarheid van de Autoriteit verbeterd en licht geworpen op haar toegevoegde waarde en tegelijkertijd bijgedragen tot de reflectie over haar toekomstige ontwikkeling. Op die manier heeft België bijgedragen tot de algemene doelstelling die aan ELA ten grondslag ligt, namelijk een grotere sociale rechtvaardigheid in de interne markt introduceren en zo de sociale dimensie van de Unie versterken.

Mentale gezondheid en werk

De economische tol van mentale gezondheidsproblemen is duizelingwekkend en bedraagt meer dan 4% van het BBP (meer dan 600 miljard euro) in de 27 EU-landen en het Verenigd Koninkrijk. Aangezien we een aanzienlijk deel van ons leven doorbrengen op het werk, heeft dat een onnoemelijke impact op ons algehele welzijn. Daarom richtte het Belgische voorzitterschap zijn aandacht op de cruciale link tussen mentale gezondheid en de werkplek, voor werknemers, ambtenaren en zelfstandigen. Dit initiatief culmineerde in een tweedaagse conferentie over mentale gezondheid en werk, in samenwerking met collega’s van FOD Werkgelegenheid, FEDRIS en het RIZIV.

Genderpensioenkloof & adequate pensioenen: genderongelijkheid na pensionering wegwerken

In 2019 bedroeg de genderkloof in pensioenen tussen mannen en vrouwen in de Europese Unie gemiddeld 29,5%. Dat is het gevolg van uiteenlopende ongelijkheden op de arbeidsmarkt en betekent ook dat gepensioneerde vrouwen een hoger risico lopen om in armoede terecht te komen. Met zijn conferentie effende het Belgische voorzitterschap de weg naar een multidisciplinaire en langetermijnaanpak om de genderpensioenkloof op alle niveaus aan te pakken. Voor het eerst kwamen EU- en nationale beleidsmakers samen met multidisciplinaire deskundigen om de kwestie vanuit zowel beleids- als monitoringperspectief te bespreken.

De toekomst vormgeven: de rol van ai in de sociale zekerheid en de beoordeling van arbeidsgeschiktheid

Het transformatiepotentieel van Artificiële Intelligentie (AI) in de gezondheidszorg is een tastbare manier om de sociale zekerheid en de arbeidscapaciteit te verbeteren. De conferentie ‘De toekomst vormgeven: de rol van AI in de sociale zekerheid en de beoordeling van arbeidsgeschiktheid’ van 6 maart 2024, georganiseerd door het Belgische voorzitterschap en de European Union of Medicine in Assurance and Social Security (EUMASS), legde de basis voor uitvoerbare strategieën die de toekomst van gezondheidszorg en sociale inclusie in de EU vorm zullen geven.

Naar volledige inclusie van personen met een handicap

Op dinsdag 19 maart vond de ministeriële conferentie “Naar volledige inclusie van personen met een handicap” plaats in het kader van het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de EU. De conferentie bracht lidstaten, middenveld en Europese Commissie samen te discussiëren over nieuwe initiatieven die moeten worden genomen in de tweede fase van de Europese strategie voor de rechten van personen met een handicap (2025 – 2030).

  • 0
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16

Officiële bijeenkomsten

De officiële bijeenkomsten die door onze FOD werden voorgezeten of georganiseerd, waren belangrijke haltes op de weg naar een sterker sociaal Europa met een modern sociaaleconomisch bestuur dat klaar is om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Of ze nu technisch of politiek van aard was, elke bijeenkomst speelde een belangrijke rol in het verstevigen van de ambities van het Belgische voorzitterschap op Europees niveau.

11-12 januari – Informele EPSCO-bijeenkomst

Het Belgische voorzitterschap was gastheer van de informele EPSCO-Raad in Namen, wat ons de kans gaf om kwesties op de agenda te zetten waarvoor België wetgevende of politieke vooruitgang wenste. Zo was de informele bijeenkomst, samen met de formele EPSCO-Raden, een onderdeel van de Belgische strategie om van gedachten te wisselen over belangrijke thema’s zoals de Europese Pijler van Sociale Rechten (EPSR), arbeidstekorten, sociale bescherming, sociale diensten, het sociale convergentiekader, sociale investeringen en de Wereldwijde coalitie voor sociale rechtvaardigheid van de IAO.

11 maart – Formele EPSCO-Raad

Het belangrijkste resultaat van de EPSCO-Raad was de goedkeuring van de overeenkomst die met het Europees Parlement was bereikt over de Richtlijn inzake Platformwerk. Die richtlijn zal de arbeidsomstandigheden en rechten verbeteren van meer dan 28,5 miljoen Europeanen die in de platformeconomie werken. De ministers hielden ook een oriënterend debat over de uitvoering van de Europese Pijler van Sociale Rechten in het kader van het Europees Semester en de toekomstige sociale agenda.

30 mei – Mutual Information System on Social Protection 

Dit evenement bracht de nationale en Europese deskundigen van het MISSOC-netwerk samen om de balans op te maken en van gedachten te wisselen over de Europese sociale agenda en de activiteiten van het MISSOC-netwerk, en om nationale ervaringen op het gebied van sociale bescherming uit te wisselen.

25 juni – Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidssystemen

De Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels speelt een centrale rol in het Europees governance op het gebied van sociale zekerheid en het vrije verkeer van burgers.

15-16 februari – Comité voor sociale bescherming

Op de SPC-bijeenkomst die op 15-16 februari in Antwerpen werd georganiseerd, besloot het Belgische voorzitterschap de gesprekken toe te spitsen op drie prioriteiten: de toekomstige Europese sociale agenda, sociale investeringen en toegang tot sociale bescherming.

12 maart – Bijeenkomst EPSCO en ECOFIN: ‘JUMBO’

Tijdens deze historische bijeenkomst verzamelde het Belgische voorzitterschap de EPSCO-ministers en de ECOFIN-ministers om ‘sociale investeringen’ te bespreken. Het was de eerste keer in meer dan 10 jaar dat een voorzitterschap een van deze ‘JUMBO’ bijeenkomsten organiseerde.

20 juni – Formele EPSCO-Raad

De EPSCO-Raad heeft in juni verschillende belangrijke onderwerpen behandeld waaronder de sociale dimensie van de interne markt, het voorjaarspakket van het Europees Semester, de Verklaring van La Hulpe en de toereikendheid van pensioenen.

11-12 januari – Informele EPSCO-bijeenkomst

Het Belgische voorzitterschap was gastheer van de informele EPSCO-Raad in Namen, wat ons de kans gaf om kwesties op de agenda te zetten waarvoor België wetgevende of politieke vooruitgang wenste. Zo was de informele bijeenkomst, samen met de formele EPSCO-Raden, een onderdeel van de Belgische strategie om van gedachten te wisselen over belangrijke thema’s zoals de Europese Pijler van Sociale Rechten (EPSR), arbeidstekorten, sociale bescherming, sociale diensten, het sociale convergentiekader, sociale investeringen en de Wereldwijde coalitie voor sociale rechtvaardigheid van de IAO.

15-16 februari – Comité voor sociale bescherming

Op de SPC-bijeenkomst die op 15-16 februari in Antwerpen werd georganiseerd, besloot het Belgische voorzitterschap de gesprekken toe te spitsen op drie prioriteiten: de toekomstige Europese sociale agenda, sociale investeringen en toegang tot sociale bescherming.

11 maart – Formele EPSCO-Raad

Het belangrijkste resultaat van de EPSCO-Raad was de goedkeuring van de overeenkomst die met het Europees Parlement was bereikt over de Richtlijn inzake Platformwerk. Die richtlijn zal de arbeidsomstandigheden en rechten verbeteren van meer dan 28,5 miljoen Europeanen die in de platformeconomie werken. De ministers hielden ook een oriënterend debat over de uitvoering van de Europese Pijler van Sociale Rechten in het kader van het Europees Semester en de toekomstige sociale agenda.

12 maart – Bijeenkomst EPSCO en ECOFIN: ‘JUMBO’

Tijdens deze historische bijeenkomst verzamelde het Belgische voorzitterschap de EPSCO-ministers en de ECOFIN-ministers om ‘sociale investeringen’ te bespreken. Het was de eerste keer in meer dan 10 jaar dat een voorzitterschap een van deze ‘JUMBO’ bijeenkomsten organiseerde.

30 mei – Mutual Information System on Social Protection 

Dit evenement bracht de nationale en Europese deskundigen van het MISSOC-netwerk samen om de balans op te maken en van gedachten te wisselen over de Europese sociale agenda en de activiteiten van het MISSOC-netwerk, en om nationale ervaringen op het gebied van sociale bescherming uit te wisselen.

20 juni – Formele EPSCO-Raad

De EPSCO-Raad heeft in juni verschillende belangrijke onderwerpen behandeld waaronder de sociale dimensie van de interne markt, het voorjaarspakket van het Europees Semester, de Verklaring van La Hulpe en de toereikendheid van pensioenen.

25 juni – Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidssystemen

De Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels speelt een centrale rol in het Europees governance op het gebied van sociale zekerheid en het vrije verkeer van burgers.

  • 0
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4

La Hulpe

Een belangrijke prioriteit voor het Belgische voorzitterschap was de focus op de agenda voor de volgende Europese Commissie (2024-2029). Het doel van onze Federale Overheidsdienst was om de rol van de Europese Pijler van Sociale Rechten te consolideren om nieuwe wetgevende en niet-wetgevende initiatieven te identificeren en nieuwe ambitieuze strategieën met betrekking tot gendergelijkheid en nondiscriminatie te ondersteunen. De verklaring van La Hulpe is de belichaming van die ambitie.

Conferentie op hoog niveau over de europese pijler van sociale rechten: van porto naar terhulpen

Op 15 en 16 april 2024 organiseerde onze Federale Overheidsdienst, samen met de FOD Werkgelegenheid en met de steun van de Europese Commissie, een conferentie op hoog niveau over de Europese Pijler van sociale rechten in Terhulpen. Die conferentie bracht meer dan 400 politieke besluitvormers, sociale partners en deskundigen samen om de verdere implementatie van de Europese Pijler van Sociale Rechten te bespreken. Tijdens de conferentie hernieuwden de EU-instellingen, de sociale partners en het maatschappelijk middenveld hun engagement voor een sterker sociaal Europa met de ondertekening van een interinstitutionele verklaring over de toekomst van de Europese Pijler van Sociale Rechten (EPSR).

Er waren 2 ministeriële debatten en keynote speeches door topambtenaren van de EU:

  • Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen,
  • Voorzitter van het Europees Parlement Roberta Metsola,
  • Commissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Rechten Nicolas Schmit,
  • Voorzitter van de Commissie Werkgelegenheid en Sociale Zaken van het Europees Parlement Dragoș Pîslaru.

De toekomst van de europese pijler van sociale rechten: de verklaring van la hulpe

Het belangrijkste politieke resultaat van de conferentie was de goedkeuring van de interinstitutionele verklaring van La Hulpe over de toekomst van de Europese Pijler van Sociale Rechten. Die verklaring wil de Europese Pijler van Sociale Rechten consolideren als het kompas voor een socialer Europa en wil de belangrijke actiedomeinen voor de volgende EU-legislatuur identificeren.

De verklaring herbevestigt fundamentele beginselen van de Europese Unie en haar sociaal beleid, waaronder onze toewijding aan het Europees Sociaal Model, het belang van welvaartsstaten bij het creëren van veerkracht en de bevestiging van de sociale dialoog als een belangrijke Pijler van onze democratie. Ook de rol van het maatschappelijk middenveld wordt erkend bij het vormgeven van beleid.

De verklaring verwelkomt verder de voor 2025 geplande herziening van het actieplan ten uitvoering van de Europese Pijler van Sociale Rechten, die een basis zal vormen voor verdere maatregelen op EU-niveau met het oog op de verwezenlijking van de Porto headline targets voor 2030. In de meer operationele delen van de verklaring volgt ze de hoofdstukken van de Europese Pijler van Sociale Rechten en schetst ze concrete actiegebieden voor een nieuw college van commissarissen (2024-2029).

De verklaring werd ondertekend door Ursula von der Leyen namens de Europese Commissie, Roberta Metsola namens het Europees Parlement, Alexander De Croo, premier van België namens 25 lidstaten, Oliver Röpke namens het Europees Economisch en Sociaal Comité, Esther Lynch namens het ETUC, Valeria Ronzitti namens SGI Europe, Véronique Willems namens SMEUnited en Heather Roy namens Social Platform.

We kunnen het belang van de verklaring niet voldoende benadrukken: in een beleidscontext die binnenkort zal worden gedomineerd door debatten over het concurrentievermogen van de EU, de uitvoering van de Green Deal en het veiligheidsen defensiebeleid van de EU, is het meer dan ooit belangrijk om het sociale domein te verankeren in de beleidsagenda van een toekomstige legislatuur.

  • 0
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6

Een sociale bescherming verbonden met de wereld – Eindrapport federaal actieplan handicap 2021 – 2024 goedgekeurd

Eindrapport federaal actieplan handicap goedgekeurd door ministerraad

Op 3 mei 2024 keurde de ministerraad het eindrapport over de uitvoering van het Federaal Actieplan Handicap 2021-2024 goed. Dit actieplan bevordert inclusie van personen met een handicap binnen alle federale beleidsdomeinen en draagt bij aan de implementatie van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.

Het plan bevatte 145 maatregelen, waarvan 105 volledig en 27 deels zijn uitgevoerd, goed voor een realisatiegraad van 91%. Meer dan twee derde van de maatregelen werd opgesteld na consultatie met het maatschappelijk middenveld, gebruikers of doelgroepen. Naast cijfers en een overzichtstabel, bevat het rapport ook een bespreking van verwezenlijkingen en uitdagingen per beleidsas van het regeerakkoord. De uitvoering van het plan leidde bovendien tot bijkomende initiatieven, die eveneens in het rapport worden toegelicht.

Onze FOD stond in voor de redactie van het rapport, in samenwerking met het federaal netwerk handicap. De Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) en Unia werden nauw betrokken en gaven advies over de 145 maatregelen. Zij namen ook deel aan conferenties met het maatschappelijk middenveld op 22 november 2022 en 29 november 2023.

Verplichting voor toekomstige regeringen

Op 2 mei 2024 keurde de Kamer een wetsontwerp goed dat elke volgende federale regering verplicht een actieplan handicap op te stellen. Deze wettelijke verankering, voorgesteld door de minister bevoegd voor Personen met een handicap, is gebaseerd op de werkwijze van het huidige actieplan.

Lees het volledige eindrapport (.pdf)

Een sociale bescherming verbonden met de wereld – Europa

Europa

Intra-EU mobiliteit

Eén van de fundamentele vrijheden van het Europese project is het vrije verkeer van burgers tussen de lidstaten van de Europese Unie (EU). Om dit vrije verkeer mogelijk te maken, zijn op Europees niveau talrijke regels aangenomen, met name op het gebied van sociale zekerheid. Coördinatie tussen de 27 nationale socialezekerheidsstelsels is essentieel om de sociale rechten van mobiele burgers te garanderen.

Als bevoegde autoriteit speelt de FOD Sociale Zekerheid een centrale rol in de juiste interpretatie en toepassing van deze regels. In 2024 werd hierbij bijzondere aandacht besteed aan de volgende activiteiten: de modernisering van de huidige regels, de digitalisering op het gebied van sociale zekerheid, de bestrijding van grensoverschrijdende sociale fraude en sociale dumping, en de versterking van de Europese Arbeidsautoriteit.

De modernisering van de Europese coördinatieregels voor sociale zekerheid

De herziening van de verordeningen inzake de coördinatie van de nationale socialezekerheidsstelsels (Verordeningen 883/2004 en 987/2009), die in 2016 werd gestart, voorziet in een aanpassing van de regels, met name op het vlak van gezinsbijslagen, langdurige zorg, werkloosheid en toepasselijke wetgeving. Deze herziening is echter nog steeds niet afgerond vanwege een impasse tussen de Europese medewetgevers over drie specifieke punten: de invoering van een voorafgaande kennisgeving voor detachering, de criteria voor de bepaling van de maatschappelijke zetel van de werkgever in situaties van meerledige activiteit en de werkloosheidsuitkeringen voor grensarbeiders.

In 2024 heeft België, in het kader van haar voorzitterschap van de Raad van de EU, geprobeerd dit wetgevingsdossier vlot te trekken door voor te stellen om de drie bovengenoemde knelpunten tijdelijk uit de herziening te schrappen. Het doel was om vóór het einde van de vorige Europese legislatuur een aanzienlijk aantal verbeteringen goedgekeurd te krijgen, ten voordele van mobiele burgers en nationale administraties. Deze optie kreeg echter niet de nodige steun van het Europees Parlement.

Vooruitgang in de verbetering van het functioneren van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

Het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU werd afgesloten met een laatste belangrijke vergadering van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (ACCSS), die plaatsvond op 25, 26 en 27 juni.

Tijdens dit evenement zat de FOD Sociale Zekerheid namens België de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels voor. De Administratieve Commissie (AC) speelt een cruciale rol bij het waarborgen van de sociale bescherming van burgers die zich binnen de EU verplaatsen.

Haar belangrijkste taken zijn:

  • Zorgen voor een uniforme administratieve interpretatie van de Europese verordeningen inzake sociale zekerheid.
  • Het vrije verkeer van personen en de grensoverschrijdende dienstverlening vergemakkelijken.
  • Nationale administraties ondersteunen bij de correcte toepassing van deze verordeningen.

Dit evenement betekende de afronding van het Belgische mandaat, met een focus op versterkte samenwerking en verbeterde administratieve praktijken binnen de EU. We hebben onder meer een rapport opgesteld op basis van een bevraging bij alle betrokken partijen om verbeterpunten in het functioneren van de AC te identificeren. Dit rapport werd zeer goed ontvangen door de AC. Op basis hiervan stelde België een actieplan voor om een reeks aanbevelingen uit te voeren, met de steun van verschillende lidstaten en het secretariaat.

Samen met de collega’s van het RIZIV zaten we ook de andere subcommissies binnen de AC voor: de technische commissie en de rekeningencommissie.

Het geleverde werk en de behaalde resultaten werden unaniem toegejuicht door de buitenlandse partners en de Europese Commissie. De implementatie van de prioritaire aanbevelingen ging op 1 juli 2024 van start onder het Hongaars voorzitterschap van de Raad van de EU.

Digitalisering van de sociale zekerheid: naar een efficiëntere en toegankelijkere Europese coördinatie

De digitalisering van de sociale zekerheid is een belangrijke stap om onze socialezekerheidsstelsels burgervriendelijker te maken, maar ook een belangrijk instrument om de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren. Het is een belangrijk middel om het sociale beleid te versterken en de coördinatie van de sociale zekerheid te vergemakkelijken. Digitale hulpmiddelen kunnen met name processen voor burgers verbeteren of vereenvoudigen, de institutionele capaciteit en besluitvorming versterken en tegelijkertijd administratieve lasten en belemmeringen verminderen, en veilige en proactieve diensten mogelijk maken die het risico op fouten en fraude verminderen.

Met dat in het achterhoofd, heeft de FOD doorheen 2024 nog sterk ingezet op het correct en volledig operationaliseren van het EESSI-systeem als hoeksteen van de socialezekerheidscoördinatie in Europa. Via dit systeem – dat in 2024 zijn 5e verjaardag vierde – , gebeuren de sociale zekerheidsuitwisselingen in Europa op een snelle, veilige en digitale manier, wat niet alleen zorgt voor een betere dienstverlening naar de burger, maar ook voor administratieve vereenvoudiging en transparantie. Om dit te bewerkstelligen werd zowel op Europees niveau als op Belgisch niveau doorheen 2024 maximaal ingezet op overleg en coördinatie. De FOD Sociale Zekerheid heeft als voorzitter van de Technische Commissie verschillende dossiers weten op te lossen met het oog op het verbeteren van het algehele EESSI-ecosysteem, in nauw overleg met de Europese Commissie, het voorzitterschaps-trio en vele andere delegaties. Ook op nationaal niveau werd sterk ingezet op samenwerking en coördinatie met het oog op een vlotte informatiedoorstroom, ondersteuning bij eventuele problemen en respect voor de Europese engagementen en verplichtingen. Dit steevast in tandem met de KSZ als technisch coördinator en bij uitbreiding met het hele BelEESSI-netwerk. 

Aangezien naast EESSI ook vele andere digitaliseringsinitiatieven de laatste tijd het licht zien (vb. ESSPASS, OOTS, Interoperable Europe Act, …), die eveneens een impact hebben op sociale zekerheid(s)coördinatie, hebben we als FOD het initiatief genomen om met een informele werkgroep van een aantal vrijwillige delegaties en met ondersteuning van de Europese Commissie, al deze initiatieven in kaart te brengen en hun impact op sociale zekerheid te onderzoeken. Zo werden inmiddels niet minder dan 22 initiatieven in kaart gebracht.

Doorheen 2024, hebben we ook sterk ingezet op het digitaliseren van de Europese Ziekteverzekeringskaart op korte termijn. Na intensief voorbereidend werk met de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ), zorgden we ervoor dat een mogelijk scenario voor de implementatie van de Europese digitale ziekteverzekeringskaart op korte termijn kon worden gepresenteerd. Het doel is om burgers in staat te stellen snel en op elke gewenste plaats en tijd, een certificaat van recht op gezondheidszorg te downloaden waarvan de geldigheid kan worden gecontroleerd door middel van een QR-code, zodat zij kunnen profiteren van de nodige zorg tijdens een verblijf in een andere lidstaat van de Europese Unie.

De noodzaak voor een snelle digitalisering van de EZVK, werd ook onderlijnd tijdens een vergadering op hoog niveau m.b.t. digitalisering in sociale zekerheidscoördinatie in september, waar België werd vertegenwoordigd door onze voorzitter van het directiecomité en de administrateur-generaal van de KSZ. Deze vergadering tussen de leidende ambtenaren van de socialezekerheidsadministraties doorheen Europa, vormde een uitstekende gelegenheid om een visie op de toekomst van de coördinatie van de sociale zekerheid in Europa te bespreken en tegelijkertijd wat afstand te nemen van de technische kwesties die ons soms afleiden van de doelstellingen die digitalisering op de lange termijn moeten nastreven. Onze interventie spitste zich dan ook toe op de noodzaak snel en concreet vooruitgang te boeken op vlak van digitalisering met een proactieve aanpak met focus op de noden van de burger en de business, waarbij Europa een globale architectuur zou moeten aanbieden met gemeenschappelijke standaarden en processen in plaats van de huidige versnippering met een veelheid aan digitale initiatieven; en waarbij ook nationale systemen beter met elkaar interageren en ook administraties loyaal en vlot samenwerken.

Bestrijding van grensoverschrijdende sociale fraude en sociale dumping

In 2024 kaderden de acties van de FOD Sociale Zekerheid ter bestrijding van grensoverschrijdende sociale fraude en sociale dumping voornamelijk binnen het actieplan 2023-2024 voor de strijd tegen sociale fraude, gecoördineerd door de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD). De FOD was verantwoordelijk voor twee projecten met betrekking tot geschillenbeslechting tussen EU-lidstaten: het optimaal benutten van de A1-procedure (Administratieve Commissie) en de bevordering van het bemiddelingsinstrument (ELA).

  • Wat betreft de A1-procedure, publiceerde de FOD kwartaalrapporten over de kwaliteit van de samenwerking met Europese partners. De update van het Osiris-platform, dat in België de beheerprocessen coördineert, werd met succes afgerond. In samenwerking met onze partners (RSVZ en RSZ) maakt dit platform nu een diepgaandere analyse van de kwaliteit van de samenwerking mogelijk dankzij nieuwe beschikbare gegevens. In 2024 werd Osiris door de ELA erkend als een best practice en als voorbeeld opgenomen in het rapport stat 2.0. Daarnaast werden in 2024 ernstige samenwerkingsproblemen met bepaalde Europese partners geïdentificeerd en werden acties ondernomen om deze aan te pakken.
  • Voor het bemiddelingsinstrument verwijzen we naar de acties die in het eerste semester van 2024 onder het Belgische EU-voorzitterschap werden ondernomen (zoals de opstelling van een evaluatierapport, de presentatie en bespreking ervan tijdens de internationale conferentie van 25 januari 2024 en het daaruit voortvloeiende conferentierapport). In de tweede helft van het jaar bouwden we voort op deze dynamiek door nieuwe bemiddelingsdossiers in te dienen en bij de ELA te blijven pleiten voor een verbetering van de procedure (vereenvoudiging, minder administratieve lasten voor de verzoekende partij, betere zichtbaarheid, enz.).

In het kader van de Benelux-samenwerking, waar België in 2024 het voorzitterschap bekleedde, zat de FOD Sociale Zekerheid de onderhandelingen voor over het Benelux-verdrag ter versterking van de samenwerking bij de bestrijding van grensoverschrijdende sociale fraude en sociale dumping tussen de administraties van de drie partnerlanden. Dit verdrag heeft als doel een effectievere bestrijding van sociale fraude, oneerlijke concurrentie en sociale dumping, terwijl degelijke en eerlijke arbeidsomstandigheden en socialezekerheidsrechten voor alle mobiele werknemers worden bevorderd. De FOD droeg ook actief bij aan de ontwikkeling van het gemeenschappelijk werkprogramma 2025-2028 en het jaaractieplan 2025 van de Benelux.

Om onder meer het preventieve aspect van de fraudebestrijding te versterken, startte de FOD in 2024 een traject rond de toegang tot kwaliteitsvolle informatie voor mobiele burgers en grensoverschrijdende bedrijven binnen de EU. In samenwerking met relevante OISZ-netwerken wordt de kwaliteit en toegankelijkheid van de informatie op Belgische overheidswebsites geëvalueerd en worden oplossingen gezocht om de informatievoorziening voor grensoverschrijdende bedrijven en burgers verder te verbeteren.

Tot slot droeg de FOD actief bij aan de werkzaamheden van het stuurcomité van het fraude- en foutenplatform (een permanente ad-hocwerkgroep binnen de ACCSS), dat zich in 2024 focuste op de problematiek van terugvordering. Een enquête werd gelanceerd, waarvan de resultaten werden gepresenteerd tijdens de jaarlijkse conferentie van de nationale contactpunten van het platform. Eind 2024 werd gestart met de opstelling van een geconsolideerd rapport. Bovendien begon de FOD een verkennende reflectiefase over grensoverschrijdende terugvordering. In nauwe samenwerking met verschillende OISZ-partners worden de praktische moeilijkheden geanalyseerd en mogelijke oplossingsrichtingen geïdentificeerd om de toepassing van de coördinatieverordeningen inzake terugvordering te verbeteren.

ELA en de bevordering van het bemiddelingsinstrument voor geschillenbeslechting bij de uitvoering van het Europese wettelijke kader rond intra-EU arbeidsmobiliteit

In het kader van de call for good practices 2023 van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) presenteerde de FOD Sociale Zekerheid het Osiris-platform, een platform dat gewijd is aan de bestrijding van grensoverschrijdende sociale fraude en misbruik op het gebied van sociale zekerheid.

De ELA, die de uitwisseling en toepassing van good practices tussen lidstaten bevordert, kende de FOD Sociale Zekerheid een certificaat toe waarin Osiris werd erkend als een good practice op Europees niveau.

Osiris is een platform dat is ontworpen om sociale dumping en grensoverschrijdende sociale fraude tegen te gaan en zo de samenwerking en transparantie tussen Europese administraties te versterken.

Versterking van de Europese Arbeidsautoriteit voor een eerlijkere intra-EU mobiliteit

België is zonder twijfel één van de lidstaten die de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) sinds de start van haar activiteiten in het vierde kwartaal van 2019 het meest heeft gesteund. De ELA heeft als fundamentele taak de lidstaten en de Europese Commissie te ondersteunen bij de correcte toepassing van het Europese wettelijke kader met betrekking tot intra-EU arbeidsmobiliteit, waaronder de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Daarnaast draagt de ELA bij aan meer sociale rechtvaardigheid binnen de interne markt. België is actief betrokken bij zowel het bestuur van de ELA (management board) als de verschillende werkgroepen die instaan voor de operationele uitvoering van haar taken (zoals bemiddeling en toegang tot informatie). De Europese Commissie moest uiterlijk op 1 augustus 2024 een evaluatie uitvoeren van de ELA en haar prestaties sinds de oprichting, maar heeft deze uitgesteld tot 2025. Gezien het belang van de ELA voor België, organiseerden we in het kader van het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU een conferentie over eerlijke mobiliteit binnen de EU en de rol van de ELA daarin. Ter ondersteuning van deze conferentie hebben we, met de steun van een academisch team, een evaluatierapport over de ELA opgesteld. Er zijn verschillende grote uitdagingen die een versterking van de ELA vereisen, zoals de noodzaak om de toegang tot kwaliteitsvolle informatie voor alle betrokken partijen te verbeteren, de gegevensuitwisseling te vergemakkelijken, het gebruik van bemiddeling toegankelijker te maken en de ELA en de sociale partners meer initiatiefrecht te geven, met name bij het aanvragen van gezamenlijke en gecoördineerde inspecties en het melden van fraude- en misbruikgevallen. Bovendien ondermijnt de problematiek rond gedetacheerde onderdanen van derde landen in de EU, naast het feit dat deze gepaard gaat met onaanvaardbare vormen van economische uitbuiting en mensenhandel, onze sociale systemen. Het rapport dat we presenteerden tijdens het Belgische voorzitterschap kreeg een uitstekende ontvangst van het Europees Parlement, de lidstaten, de Europese commissaris en de Europese sociale partners. Bovendien werd het expliciet vermeld in het rapport van Enrico Letta, Much more than a market: speed, security, solidarity – empowering the single market to deliver a sustainable future and prosperity for all EU citizens (april 2024). Sindsdien zijn er al verbeteringen doorgevoerd binnen de ELA. Toch kunnen verdere verbeteringen een herziening van de verordening vereisen om de ELA structureel te versterken.

Social Protection Committee (SPC)

Het Social Protection Committee (SPC) is een comité dat advies geeft aan de ministers die zetelen in de Raad Werkgelegenheid en Sociale Zaken van de Europese Unie (de EPSCO-Raad). De hoofdopdracht van het comité is om de sociale situatie in de EU en de evolutie van het beleid over sociale bescherming en inclusie in de lidstaten op te volgen. De FOD Sociale Zekerheid is, samen met het Federaal Planbureau en het RIZIV, één van de instellingen die België vertegenwoordigt in het SPC.

2024 was een druk jaar voor de Belgische vertegenwoordiging bij het Social Protection Committee door het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Door het voorzitterschap konden we de agenda van het Social Protection Committee mee bepalen en was er meer aandacht en ruimte voor thema’s die ons land belangrijk vindt.

Een eerste thema waarop we focusten tijdens ons voorzitterschap was de Europese Pijler van Sociale Rechten. Onder impuls van het voorzitterschap onderhandelde het comité een opinie over ‘de toekomstige prioriteiten voor de Europese Unie inzake de Europese Pijler van Sociale Rechten’. In die opinie maken de 27 lidstaten een analyse over de realisaties en uitdagingen inzake het Europees Sociaal Beleid en identificeerden ze prioritaire thema’s voor een volgende legislatuur. De opinie was een belangrijke input voor de verklaring van La Hulpe over de toekomst van de Europese Pijler van Sociale Rechten.

Een tweede thema waarop we focusten tijdens ons voorzitterschap was het dossier ‘Toegang tot Sociale Bescherming voor Werknemers en Zelfstandigen’. In 2019 naam de Raad een aanbeveling aan over dit onderwerp, die lidstaten vraagt sociale beschermingssystemen toegankelijker en adequater te maken. Tijdens de informele bijeenkomst van het Social Protection Committee nodigden we de lidstaten uit om aan te geven hoe ver ze staan met de implementatie van de aanbeveling, wat de uitdagingen zijn die ze ervaren, en hoe we verder kunnen bouwen op de aanbeveling.

In de derde plaats legden we als voorzitterschap de nadruk op het thema sociale investeringen, waarbij we de rol van sociale investeringen in het creëren van economische groei bespraken, en manieren waarop we de effecten van sociale investeringen kunnen meten. Dit werk mondde uit in de goedkeuring op EU-niveau van de ‘Volontary guiding principles on social investment’ en van de Raadconclusies over de ‘rol van arbeidsmarkt-, vaardigheden- en sociaal beleid voor weerbare economieën’.

Tenslotte droeg de Belgische delegatie van het Social Protection Committee ook bij aan de meer traditionele, jaarlijkse activiteiten van het SPC, waaronder de activiteiten gelinkt aan het Europees Semester. Zo analyseerden we de landenspecifieke aanbevelingen voor België en lichtten we toe hoe België rekening houdt met de aanbeveling over langdurige zorg. We vertegenwoordigden de Belgische positie tijdens de onderhandelingen over de evaluatie van de pilootimplementatie van het Sociaal Convergentiekader, dat er kwam op initiatief van België en Spanje, waarbij overeengekomen werd het kader verder te implementeren tijdens de volgende cycli van het Europees Semester.

Coördinatie van de werkzaamheden van de EPSCO-Raad

De EPSCO-Raad, waarin de ministers van Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Gelijke Kansen van de EU zetelen, heeft tijdens zijn vergaderingen in 2024 verschillende belangrijke thema’s behandeld en prioriteiten voor de toekomst van het Europese sociale beleid benadrukt.

Europees Semester 2025 en sociale convergentie

Een centraal thema was de uitvoering van de Europese Pijler van Sociale Rechten en het Sociaal Convergentiekader. De Europese Commissie stelt een ambitieus actieplan voor, gebaseerd op kerninitiatieven zoals het Letta-rapport en de Verklaring van La Hulpe. De besprekingen richtten zich op het evenwicht tussen economische concurrentiekracht en sociale bescherming, de verbetering van vaardigheden en de ondersteuning van eerlijke arbeidsmobiliteit. Sommige lidstaten uitten echter bezorgdheid over de administratieve complexiteit van het Sociaal Convergentiekader, wat de Commissie ertoe aanzet om de werking ervan te evalueren en aan te passen.

Richtlijn over stages en arbeidsmobiliteit

Ondanks inspanningen werd er geen akkoord bereikt over de richtlijn inzake stages, vanwege meningsverschillen over verloning en sociale bescherming. Dit dossier zal worden opgepakt door het volgende EU-voorzitterschap. Daarnaast stelde de Commissie een digitaal portaal voor om de aangifte van gedetacheerde werknemers te vergemakkelijken en de administratieve last te verminderen. België en enkele andere lidstaten steunen bovendien de oprichting van een Europese ‘labour card’ om de mobiliteit van werknemers beter te reguleren.

Inclusie van personen met een handicap en aanpak van arbeidskrapte

De inclusie van personen met een handicap blijft een prioriteit, met name voor België, dat een kennisplatform heeft geïnitieerd om informatie over rechten en financiële steun te centraliseren. Verschillende regio’s hebben al maatregelen genomen, zoals compensatiepremies en kortere wachttijden voor redelijke aanpassingen.

Om de arbeidskrapte aan te pakken, werd de nadruk gelegd op betere lonen en arbeidsvoorwaarden, vooral voor gedetacheerde werknemers uit derde landen. Ook werd gepleit voor een versterking van de rol van de Europese Arbeidsautoriteit.

Gendergelijkheid en werk-privébalans

De EPSCO-Raad heeft conclusies aangenomen die oproepen tot meer flexibiliteit in werk, een betere erkenning van informele zorgverleners en een evenwichtigere verdeling van gezinsverantwoordelijkheden. De mentale gezondheid van vrouwen kwam eveneens aan bod, waarbij werd benadrukt dat een intersectionele aanpak nodig is om ongelijkheden te bestrijden en de toegang tot psychologische ondersteuningsdiensten te verbeteren.

Balans van het Belgisch voorzitterschap

Tijdens de laatste EPSCO-Raad onder het Belgisch voorzitterschap werden verschillende vooruitgangen geboekt op het gebied van werkgelegenheid, sociaal beleid en gelijke kansen. België speelde een sleutelrol in de ontwikkeling van dossiers over sociale bescherming, arbeidsmobiliteit en de inclusie van personen met een handicap.

In het algemeen hebben de recente EPSCO-Raden geleid tot vooruitgang op verschillende Europese sociale vraagstukken, al blijven sommige dossiers, zoals de richtlijn over stages, onopgelost.

De informele EPSCO-Raad op 10 oktober 2024 in Boedapest besprak twee grote thema’s: arbeidskrapte en de inclusie van personen met een handicap. België benadrukte hierbij de noodzaak van betere lonen en arbeidsvoorwaarden voor gedetacheerde werknemers en onderstreepte het belang van redelijke aanpassingen en een kennisplatform voor sociale ondersteuning.

De focus ligt nu op de uitvoering van het Europees Semester 2025, de vermindering van ongelijkheden en de verbetering van de kwaliteit van werk in de EU.

Platformwerkers Recom

In het kader van het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU waren onze FOD, de FOD WASO en de Permanente Vertegenwoordiging, verantwoordelijk voor de opvolging van het wetgevingsdossier over platformwerkers.

Tijdens de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (EPSCO), die op 11 maart 2024 plaatsvond, hebben de ministers van Werk en Sociale Zaken de tekst van de richtlijn over platformwerkers goedgekeurd.

Deze richtlijn zal de rechten en arbeidsomstandigheden van meer dan 28,5 miljoen Europese platformwerkers verbeteren.

Concreet is de richtlijn erop gericht om de arbeidsomstandigheden van platformwerkers te verbeteren door een weerlegbaar wettelijk vermoeden van loondienst in te voeren. Hierdoor kunnen zij gemakkelijker hun arbeidsstatus laten vaststellen en genieten van de arbeidsrechten waarop zij recht hebben.

Daarnaast zal de richtlijn de gegevensbescherming van platformwerkers versterken en meer transparantie brengen in het gebruik van algoritmen bij het beheer van human resources. Ze garandeert dat geautomatiseerde systemen gecontroleerd worden door gekwalificeerd personeel en dat werknemers het recht hebben om geautomatiseerde beslissingen aan te vechten.

De tekst van de overeenkomst werd formeel goedgekeurd door de mede-wetgevers en de richtlijn 2024/2831 werd op 11 november 2024 gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU. De lidstaten krijgen vervolgens twee jaar de tijd om deze in hun nationale wetgeving om te zetten, dat wil zeggen uiterlijk op 2 december 2026.

Eurocoördinatie

De FOD Sociale Zekerheid neemt de rol van Eurocoördinator omtrent socialezekerheidsbeleid op zich dankzij een nauwe samenwerking met de FOD Buitenlandse Zaken. In een notendop omvat de rol van Eurocoördinator het volgende:

  1. IMPLEMENTATIE RICHTLIJNEN. De Eurocoördinator coördineert de omzetting van de Europese richtlijnen inzake Sociale Zekerheid. Hiervoor wordt er nauw samengewerkt met alle bevoegde sociale zekerheidsinstellingen;
  2. PRECONTENTIEUZE FASE. De Eurocoördinator is actief in het kader van de Europese precontentieuze fase (SOLVIT en EU Pilot). In dit licht werken we samen met de bevoegde openbare instellingen van de sociale zekerheid omtrent klachten van burgers/andere instellingen;
  3. INBREUKPROCEDURES. De Eurocoördinator coördineert de naleving van de Belgische wetgeving naar aanleiding van inbreukprocedures met betrekking tot Europese verordeningen en richtlijnen inzake sociale zekerheid;
  4. CJEU- Prejudiciële vragen + arresten. De Eurocoördinator ontvangt van FOD BUZA prejudiciële vragen en arresten inzake sociale zekerheid van het Hof van Justitie van de Europese Unie (en van het Hof van de Europese Vrijhandelsassociatie) en beroepen wegens niet-contractuele aansprakelijkheid, tot nietigverklaring en wegens niet-nakoming. In dit licht analyseert en coördineert onze FOD Belgische interventies, waarvoor we nauw samenwerken met alle bevoegde sociale zekerheidsinstellingen. We trachten erop toe te zien dat het Belgische standpunt coherent is met eerdere interventies en dat de tussenkomsten politiek gedragen zijn.

Versterking van de Eurocoördinatie

De integratie van Europese beleidslijnen op nationaal niveau is essentieel binnen ons werk, meer bepaald op het gebied van sociale bescherming. Onze taak omvat niet alleen het beheer van juridische kwesties, maar ook het vooruitdenken en anticiperen op toekomstige uitdagingen bij de uitvoering van Europese wetgeving en initiatieven, en hoe dit zal worden vertaald op nationaal niveau.

Naast bovengenoemde opdrachten van Eurocoördinatie, werd de rol van het Eurocoördinatie-team verder versterkt, evenals de samenwerking met andere instellingen zoals de OISZ en andere FOD’s zoals FOD WASO, gezien de banden tussen hun bevoegdheden en die van de FOD Sociale Zekerheid.

Dit willen we bereiken door niet alleen te focussen op de dagdagelijkse taken van Eurocoördinatie, maar ook rekening te houden met strategische kwesties en vragen die aan het licht kunnen komen in het kader van deze opdrachten. Daarbij kan het niet alleen gaan om het identificeren en het in kaart brengen van de noodzakelijke wetswijzigingen, maar ook, naar aanleiding van dossiers met een sociaalzekerheidsaspect, het analyseren van de gevolgen ervan voor de werking van onze FOD en de OISZ op het gebied van sociale bescherming. Als voorbeeld kunnen we de omzetting van de richtlijn over platformwerk en de richtlijnen over de ‘Europese gehandicaptenkaart’ noemen. Daarnaast menen we dat er een nood is aan een algemene beleidsmatige opvolging van relevante Europese aangelegenheden binnen het sociale zekerheidsdomein. In dit licht, menen we dat het belangrijk is om in het kader van de Eurocoördinatie de samenwerking tussen de verschillende departementen binnen onze FOD, alsook de samenwerking met de OISZ, verder te versterken.

Een sociale bescherming verbonden met de wereld – Internationale organisatie

Internationale organisatie

Raad van Europa

In 2024 slaagde de Raad van Europa erin zijn actie op het gebied van sociale rechten te versterken door meerdere sleutelbijeenkomsten te organiseren, belangrijke hervormingen van het Europees Sociaal Handvest goed te keuren en constructieve dialogen tussen lidstaten te bevorderen om beter in te spelen op de huidige sociale uitdagingen. De hervormingen rond sociale rechten, de modernisering van de Europese Code voor Sociale Zekerheid en de bevordering van educatie over sociale rechten blijven centraal staan in zijn inspanningen om een rechtvaardigere en eerlijkere toekomst voor Europese burgers te bouwen.

Februari: Vergadering van de Werkgroep van het Gouvernementeel Comité (GC)

De Werkgroep van het Gouvernementeel Comité bereidde de High-level Conferentie in Vilnius voor en evalueerde de vooruitgang met betrekking tot het Europees Sociaal Handvest en de Europese Code voor Sociale Zekerheid. De bevordering van sociale rechten en de ratificatie van het Protocol van 1991 stonden centraal in de besprekingen.

Juni: CoorMulti-vergadering

Deze halfjaarlijkse bijeenkomst, georganiseerd door de FOD Buitenlandse Zaken, versterkte de Belgische coördinatie binnen de Raad van Europa, met bijzondere aandacht voor sociale rechten.

Oktober: Vergadering van de Werkgroep van het GC

In Parijs stonden de nationale hervormingen op het gebied van sociale rechten, de ratificatie van het Protocol van 1991 en educatie over sociale rechten in Europa op de agenda.

December: Evenement “Social Rights are Human Rights” en CoorMulti-vergadering

Tijdens het evenement in Brussel werd het engagement van de lidstaten voor de bevordering van sociale rechten opnieuw bevestigd. De CoorMulti CoE-eindejaarsvergadering evalueerde de geboekte vooruitgang en kondigde de prioriteiten aan voor 2025.

April: Vergadering van het Bureau van het GC

Het Bureau van het Gouvernementeel Comité bereidde de plenaire zitting van mei voor en besprak cruciale thema’s zoals de pensioenleeftijd, bescherming tegen huiselijk geweld en de versterking van de dialoog met lokale overheden, en in het bijzonder de aanmoediging van de ratificatie van nieuwe verdragen.

Juli: High-level Conferentie in Vilnius – sleutelmoment van 2024

De conferentie resulteerde in de goedkeuring van de Verklaring van Vilnius, waarin de lidstaten hun engagement voor sociale rechten bevestigden. Parallel daaraan vonden diverse vergaderingen plaats over strategische prioriteiten en de naleving van wetgevingen. België rondde de aanpassing aan de Code af, dankzij de indiening van het aangepaste Geconsolideerde Verslag, het resultaat van een nauwe samenwerking tussen onze FOD en de FOD Werkgelegenheid.

November: 149e zitting van het GC in Straatsburg

Deze sessie richtte zich op de modernisering van de Code voor Sociale Zekerheid en de aanpassing van de werkwijze van het GC. Er is een diepgaande analyse van de wetgeving uitgevoerd, met name over de rechten van kinderen, gezinnen, werknemers en migranten.

Februari: Vergadering van de Werkgroep van het Gouvernementeel Comité (GC)

De Werkgroep van het Gouvernementeel Comité bereidde de High-level Conferentie in Vilnius voor en evalueerde de vooruitgang met betrekking tot het Europees Sociaal Handvest en de Europese Code voor Sociale Zekerheid. De bevordering van sociale rechten en de ratificatie van het Protocol van 1991 stonden centraal in de besprekingen.

April: Vergadering van het Bureau van het GC

Het Bureau van het Gouvernementeel Comité bereidde de plenaire zitting van mei voor en besprak cruciale thema’s zoals de pensioenleeftijd, bescherming tegen huiselijk geweld en de versterking van de dialoog met lokale overheden, en in het bijzonder de aanmoediging van de ratificatie van nieuwe verdragen.

Juni: CoorMulti-vergadering

Deze halfjaarlijkse bijeenkomst, georganiseerd door de FOD Buitenlandse Zaken, versterkte de Belgische coördinatie binnen de Raad van Europa, met bijzondere aandacht voor sociale rechten.

Juli: High-level Conferentie in Vilnius – sleutelmoment van 2024

De conferentie resulteerde in de goedkeuring van de Verklaring van Vilnius, waarin de lidstaten hun engagement voor sociale rechten bevestigden. Parallel daaraan vonden diverse vergaderingen plaats over strategische prioriteiten en de naleving van wetgevingen. België rondde de aanpassing aan de Code af, dankzij de indiening van het aangepaste Geconsolideerde Verslag, het resultaat van een nauwe samenwerking tussen onze FOD en de FOD Werkgelegenheid.

Oktober: Vergadering van de Werkgroep van het GC

In Parijs stonden de nationale hervormingen op het gebied van sociale rechten, de ratificatie van het Protocol van 1991 en educatie over sociale rechten in Europa op de agenda.

November: 149e zitting van het GC in Straatsburg

Deze sessie richtte zich op de modernisering van de Code voor Sociale Zekerheid en de aanpassing van de werkwijze van het GC. Er is een diepgaande analyse van de wetgeving uitgevoerd, met name over de rechten van kinderen, gezinnen, werknemers en migranten.

December: Evenement “Social Rights are Human Rights” en CoorMulti-vergadering

Tijdens het evenement in Brussel werd het engagement van de lidstaten voor de bevordering van sociale rechten opnieuw bevestigd. De CoorMulti CoE-eindejaarsvergadering evalueerde de geboekte vooruitgang en kondigde de prioriteiten aan voor 2025.

Rapportage UNCRPD  

Het VN-comité voor de rechten van personen met een handicap doet aanbevelingen aan België

Constructieve dialoog in Genève  

Op 22 augustus 2024 stelde België zijn periodiek verslag voor over de implementatie van het Verdrag aan het CRPD-comité in Genève. Tijdens deze “constructieve dialoog” ondervroegen de onafhankelijke experts van het comité de Belgische overheden over de uitvoering van de verschillende artikels van het Verdrag. De FOD Sociale Zekerheid coördineerde mee de voorbereidingen van deze rapportage samen met de FOD Buitenlandse Zaken. Medewerkers van de FOD Sociale Zekerheid waren ook aanwezig in Genève om de antwoorden van de Belgische delegatie te coördineren en de vragen van het comité te beantwoorden over de eigen bevoegdheden. Je kan de volledige constructieve dialoog hier bekijken: de ochtendsessie en de namiddagsessie.

Op basis van deze dialoog publiceerde het CRPD-comité een reeks aanbevelingen aan België om de rechten van personen met een handicap in ons land te respecteren en te bevorderen.

Het Comité vraagt ons land om prioritair werk te maken van de bescherming van de handelingsbekwaamheid, het terugdringen van gedwongen internering, en de de-institutionalisering en bevorderen van het zelfstandig leven voor personen met een handicap. Daarnaast zijn er concrete aanbevelingen voor zo goed als elk artikel van het verdrag. Zo plaatst het comité de strijd tegen armoede bij personen met een handicap en de bevordering van de toegang tot werk opnieuw hoog op de agenda, twee domeinen waarop onze FOD actief werkt. België kreeg ook lof voor een aantal belangrijke stappen die de laatste jaren gezet werden, zoals de opname van het recht op inclusie in artikel 22ter van de Grondwet, het Federaal Actieplan Handicap 2021-2024, de Interfederale Strategie Handicap 2022-2030, en de herlancering van de Interministeriële Conferentie Handicap

Ontdek alle aanbevelingen

Deze aanbevelingen komen op een opportuun moment: aan het begin van een nieuwe politieke cyclus. De maatregelen die worden aanbevolen door de internationale experts kunnen mee opgenomen worden door de nieuwe regeringen ter bevordering van de inclusie van personen met een handicap. 

In opvolging van deze constructieve dialoog heeft de FOD Sociale Zekerheid een consultatieworkshop georganiseerd rond de aanbevelingen van het CRPD-comité en de aandachtspunten van organisaties voor personen met een handicap.

Een sociale bescherming verbonden met de wereld – Ecologische transitie

Ecologische transitie en sociale zekerheid

Het project « PRETS » (Protections et Risques socio-écologiques en TransitionS) werd uitgevoerd door de FOD Sociale Zekerheid in samenwerking met de UCLouvain, de ULB en Eloi Laurent (Sciences Po Paris). Dit project onderzoekt de veerkracht van onze samenleving ten opzichte van de risico’s die samenhangen met klimaatverandering en de ecologische transitie, evenals de rol van de sociale bescherming in dit kader. De klimaatsprojecties van het KMI voorspellen nattere winters, een toename van hittegolven en droogtes, wat een aanpassing van het socialezekerheidsstelsel vereist.

Dit project onderzoekt, in samenwerking met andere FOD’s, POD’s en het netwerk van de OISZ, potentiële oplossingen om op deze risico’s in te spelen. De resultaten werden gepresenteerd tijdens een seminarie op 26 november, waar nationale en internationale partners, waaronder de IAO en de Europese Commissie, aanwezig waren. Het doel was concrete voorbeelden te delen en de socio-ecologische risico’s in verband met klimaatimpact en de milieutransitie te bespreken.

De academische partners identificeerden twee grote risicotypes:

  • Socio-technische transitierisico’s, veroorzaakt door de overgang naar duurzame systemen.
  • Biophysische transformatierisico’s, zoals klimaatschokken en langzame veranderingen (bv. zeespiegelstijging).

Olivier De Schutter, speciaal rapporteur van de Verenigde Naties over extreme armoede, benadrukte het belang van het versterken van de sociale bescherming als preventiemechanisme en stelde voor een nieuwe tak van de sociale zekerheid op te richten die specifiek gericht is op socio-ecologische risico’s. Shahra Razavi, van de IAO, presenteerde het World Social Protection Report 2024-2026, waarin de cruciale rol van sociale bescherming ten aanzien van klimaatrisico’s wordt benadrukt.

De namiddag was gewijd aan politieke oplossingen om deze risico’s te verminderen en de veerkracht van de sociale beschermingssystemen te waarborgen. Philippe Pochet, professor aan de UCLouvain, benadrukte de noodzaak van een observatorium voor socio-ecologische risico’s en de anticipatie van verschillende scenario’s.

Peter Samyn, voorzitter van de FOD Sociale Zekerheid, sloot het seminarie af door te benadrukken dat onze sociale beschermingssystemen moeten bijdragen aan een eerlijke en doeltreffende transitie. Hij benadrukte dat samenwerking tussen de verschillende administraties essentieel is om toekomstige beleidsmaatregelen voor te bereiden. De resultaten van het seminarie zullen de lopende studie van het academische consortium verrijken.

Een sociale bescherming verbonden met de wereld – Internationale samenwerking

Internationale samenwerking en bilaterale verdragen

Internationale samenwerking

In het afgelopen jaar heeft de FOD Sociale Zekerheid talrijke internationale initiatieven en uitwisselingen opgezet, wat haar inzet voor het delen van expertise en internationale samenwerking op het gebied van sociale zekerheid onderstreept. Twee opvallende gebeurtenissen illustreren deze dynamiek:

Uitwisseling met een Chinese delegatie over de sociale bescherming van atypische werknemers

Op initiatief van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en de Europese Commissie (DG Werkgelegenheid) ontving de FOD Sociale Zekerheid een delegatie van het Chinese ministerie van Human Resources en Sociale Zaken.

Het voornaamste doel van dit bezoek was een uitwisseling over de toegang van platformwerkers tot werkloosheids- en pensioenuitkeringen. Daarbij werd de nadruk gelegd op het belang van internationale samenwerking en de instrumenten van de IAO om socialezekerheidsstelsels aan te passen aan de veranderende arbeidsmarkt en hun veerkracht te versterken tegen systemische crises.

Ontmoeting met de Colombiaanse federatie FEDECAJAS over sociale bescherming

De FOD ontving een delegatie van de Nationale Federatie van Gezinscompensatiekassen (FEDECAJAS) uit Colombia, een centrale speler in de sociale bescherming van het land. Deze compensatiekassen, die het hele Colombiaanse grondgebied bestrijken, spelen een sleutelrol bij de toekenning van sociale uitkeringen, toegang tot gezondheidszorg, huisvestingshulp en beroepsopleiding.

Het doel van dit bezoek was een uitwisseling over het Belgische gezondheidszorg- en pensioenstelsel.

Bilaterale socialezekerheidsverdragen tussen België en derde landen

De FOD Sociale Zekerheid is verantwoordelijk voor het onderhandelen, afsluiten en interpreteren van bilaterale socialezekerheidsverdragen tussen België en derde landen. Daarnaast waakt de FOD over de correcte toepassing van deze verdragen, die ervoor zorgen dat de socialezekerheidsrechten van mobiele burgers tussen België en andere landen gewaarborgd en beschermd blijven.

In 2024 werd het nieuwe verdrag tussen België en Québec goedgekeurd door het Belgisch Parlement en werd de administratieve regeling voor de uitvoeringsmodaliteiten ondertekend.

De tweede onderhandelingsronde voor een verdrag met Peru vond online plaats en werd afgerond.

Daarnaast hebben we het contact met de Thaise autoriteiten onderhouden met het oog op een mogelijk verdrag, ondanks de politieke veranderingen in het land. Dit was mogelijk dankzij onze efficiënte samenwerking met de Belgische ambassade ter plaatse.

Partnerschap tussen de FOD Sociale Zekerheid, het netwerk van OISZ en de École nationale supérieure de sécurité sociale (“EN3S”)

In 2024 werd een nieuw partnerschap opgezet voor onze FOD Sociale Zekerheid. Dit partnerschap, afgesloten met de Franse École nationale supérieure de sécurité sociale, verbindt de FOD Sociale Zekerheid met zes openbare instellingen van sociale zekerheid (RIZIV, RSVZ, HZIV, KSZ, FPD en RVA). Het biedt een belangrijke opportuniteit voor het volledige Belgische netwerk van sociale zekerheid en zal gezamenlijke acties mogelijk maken op het gebied van sociaal beschermingsbeleid, beheer en opleiding van actoren binnen onze instellingen voor sociale zekerheid.

Dit samenwerkingsverband is gericht op pedagogische samenwerking, expertise-uitwisseling en het versterken van de samenwerking rond sociaal beleid. Het doel is om de ervaringen en vergelijkende analyses van beide socialezekerheidssystemen beter op elkaar af te stemmen en te benutten.

Op 8 juli 2024 vond in Parijs een formele bijeenkomst plaats met vertegenwoordigers van alle betrokken partijen. Deze bijeenkomst diende als lanceerplatform voor de uitvoering van het partnerschap. Jaarlijks zal een actieplan worden opgesteld door een stuurgroep die ook instaat voor de opvolging en implementatie ervan. De stuurgroep bestaat uit vier leden: Voor België: Peter Samyn (voorzitter van het directiecomité van de FOD Sociale Zekerheid) en Jean-Marc Vandenbergh (administrateur-generaal van de RVA). Voor de EN3S: Dominique Libault (huidig voorzitter van de Hoge Raad voor de Financiering van de Sociale Bescherming en directeur van de EN3S) en Arnaud Emeriau (directeur internationale relaties). Tijdens de constructieve discussies werd het eerste actieplan opgesteld voor de periode 2024-2025. Dit plan omvat:

  • Uitwisseling van sprekers en experten binnen initiële, permanente en internationale opleidingsprogramma’s.
  • Organisatie van een seminarie op 18 december 2025.
  • Gezamenlijke opleidingen voor professionals uit beide landen.
  • Erkenning en publicatie van onderzoek binnen gemeenschappelijke domeinen van sociaal beleid (zoals ecologische transitie en artificiële intelligentie).
  • Uitwisseling van stagiairs tussen Belgische en Franse instellingen.

Indicatoren van sociale bescherming – Overzicht

Versterking van de ‘evidence base’ voor een betere beleids- ondersteuning

Rudi Van Dam

“We hebben in 2024 samen met de beleidscellen stappen gezet naar een meer evidence based beleidsontwikkeling, zowel in België als op EU-niveau.”

 

– Rudi Van Dam –

Directeur-generaal Analyse & Monitoring

Social Investment

Begroting

BelAccess

BELMOD

Gender en Pensioen

Monitoring van de sociale situatie en sociale bescherming in België

Indicatoren van sociale bescherming – Social Investment

Social Investment

Sociale bescherming als sociale én economische investering

Het thema ‘sociale investering’ was één van de speerpunten van het Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie.  Waar sociale uitgaven veelal louter als kosten worden aanzien wou het Voorzitterschap benadrukken dat sociale uitgaven ook een economische ‘return’ hebben.  Deze economische return zou ook in rekening moeten worden gebracht in het kader van het nieuwe economisch bestuur en de begrotingsregels die hieronder vallen.  

Zoals in veel landen tijdens de grote crises van de afgelopen jaren, heeft ook in België het sociale beleid een belangrijke rol gespeeld bij het beschermen van de levensstandaard en de economische veerkracht. De regelingen voor tijdelijke werkloosheid voor werknemers en het overbruggingsrecht voor zelfstandigen stabiliseerden de sociale en economische situatie tijdens de pandemie en zorgden voor een snel herstel. Ook activerende maatregelen zoals her- en bijscholingsprogramma’s en faciliteiten voor kinderopvang, waar nodig in combinatie met adequate inkomensondersteuning zijn voorbeelden van maatregelen met een investeringskarakter. 

Economisch onderzoek toont aan dat dergelijke maatregelen aanzienlijke economische opbrengsten hebben via o.a. werk, consumptie en menselijk kapitaal.  Het Belgisch Voorzitterschap heeft rond dit thema een gezamenlijke Raadvergadering georganiseerd tussen enerzijds de Ministers van Werk en Sociale Zaken en anderzijds de Ministers van Economie en Financiën die voorbereid werd door een Informele Werkgroep rond sociale investeringen en waarin nauw werd samengewerkt met het voorgaande Spaanse EU-Voorzitterschap.

 Het beoordelen van de impact van deze opbrengsten is echter geen gemakkelijke opgave. Om de opbrengsten van sociale investeringen zichtbaar te maken, zijn gedegen methoden en gedetailleerde data essentieel. In de conclusies van de EU Raad van Ministers van Werk en Sociale Zaken, die het werk rond dit thema afsloten, werd daarom aan de Europese Commissie gevraagd om een ‘Knowledge Hub’ te creëren die als platform kan dienen om ervaringen en kennis rond methoden en toegang tot data te delen tussen de EU-lidstaten.  Het vorm geven van deze ‘Knowledge Hub’ is werk voor de komende jaren, waarbij we via de DG Analyse en Monitoring als FOD Sociale Zekerheid een voortrekkersrol willen blijven spelen.

In dit opzicht is het interessant om te zien dat, net als in België, ook andere landen steeds vaker gebruikmaken van distributionele impactbeoordelingen, experimentele benaderingen en kosten-batenmethoden om de effecten van sociaal beleid te evalueren. We hopen en stellen zelfs voor dat de OESO in de komende jaren bijdraagt ​​aan de verdere ontwikkeling van deze benaderingen en initiatieven opzet om ‘best practices’ over gegevens en methoden te identificeren en uit te wisselen.

Indicatoren van sociale bescherming – Begroting

Begroting

Statistieken Sociale Bescherming 2022 in een internationaal kader: de nasleep van de Covidcrisis

De dienst ‘Financiering en Begroting’ van DG A&M speelt een belangrijke rol in het verstrekken van statistieken met betrekking tot sociale zekerheid, sociale bescherming en gezondheid aan de internationale instellingen, in de eerste plaats aan Eurostat.  Deze cijfers worden in toenemende mate door de EU-Commissie gebruikt in haar beslissingsprocessen en werkgroepen.

2022 is een bijzonder jaar geweest, waarin het aanvoelen van velen was dat de zwaarste gevolgen en uitdagingen voor onze systemen van sociale bescherming naar aanleiding van de Covidcrisis achter de rug lagen.  Anderzijds heeft de oorlog in Oekraïne aanleiding gegeven tot een nieuwe energiecrisis (het was al van de jaren 70 van vorige eeuw geleden), met een hoge piek aan inflatie in haar kielzog.

De statistieken die wij publiceren via de website, zijn ook ter beschikking in overeenstemming met de zgn. ‘Open Data’ richtlijn van de Commissie.  Als ‘most valuable dataset’ werden de gezondheidsrekeningen als eerste gevat door de uitvoering van deze richtlijn.  De FOD besliste echter om ook de Sespros-data volgens de eisen van deze richtlijn ter beschikking te stellen.

Sociale bescherming

In 2022 bedroegen de uitgaven voor sociale beschermingsprestaties 153,2 miljard EUR, een stijging met 5.4% tegenover 2021. Voor 2023 tonen voorlopige schattingen opnieuw een sterke toename van de uitgaven tot 165,8 miljard, of een stijging van nogmaals 8,2%. De hoge inflatie in 2022 en de werking van het automatische indexeringssysteem spelen hierin allicht nog altijd een rol.

De nominale evoluties verschillen echter grondig in termen van proportionele evoluties: wanneer we kijken naar het aandeel van deze uitgaven in het bbp is het verhaal volledig anders: de uitgaven vertegenwoordigen in 2022 27,6% van het BBP, in lijn met het pre-covid niveau (27,4% van het BBP), maar gevoelig lager dan de 31,2 % in 2020 en 28,6 % in 2021).

DG A&M maakt ook ‘early estimates’ op of voorlopige schattingen op die betrekking hebben op een beperkte set van kernindicatoren van uitgaven aan prestaties van sociale bescherming. Deze voorlopige cijfers geven aan dat we in 2023 opnieuw een zelfs sterkere nominale toename zien dan in 2022, met een procentuele groei van 8,2%. Hierdoor stijgt ditmaal ook het geraamde aandeel van de sociale prestaties in het BBP tot 27,8% in 2023.

Als we de evoluties over langere termijn bekijken, dan zal het niet als een verrassing overkomen dat het vooral de verouderingsgerelateerde prestaties zijn die sterk stijgen.  Zo stegen de uitgaven voor ouderdom van 9.75% van het BBP in 2013 naar 11,41% in 2022. Veroudering, ‘papyboom’ en ook inflatie en de veranderingen die in de loop van de laatste decennia zijn opgetreden op de arbeidsmarkt, spelen daarbij een rol, naast ongetwijfeld nog een hele reeks andere factoren, zoals bv. de dynamiek en het niveau van de economische groei.

Meer info:

Gezondheidsuitgaven

In 2022 bedroeg de geraamde waarde van de finale consumptie van goederen en diensten voor gezondheids- en langdurige zorg 59,6 miljard EUR, een stijging met 6.3% tegenover 2021. 

In termen van het aandeel in het BBP stemt dit overeen met 10,8%, wat weliswaar een daling betekent ten opzichte van 2020 (11,3%) en 2021 (11,1%), wat echter de jaren waren waarin de Covidcrisis ons gezondheidssysteem zwaar belastte. 

De sterkste schommelingen doen zich daarbij niet onverwacht voor in de overheidsuitgaven, die in 2022 geraamd worden om 8,1% van het BBP, ten opzichte van 8,8 en 8.5% van het BBP in de voorgaande jaren.

Het grootste aandeel in de uitgaven blijven opgeslorpt worden door de ziekenhuiszorg, met 39% van de totale geraamde uitgaven, wat weliswaar een daling betekent t.o.v. de voorgaande jaren, waarin dit aandeel opliep tot 41 en 39,3%.

Meer info:

Indicatoren van sociale bescherming – BelAccess

BelAccess

Datagedreven beleidsvorming: naar een effectieve en wetenschappelijk onderbouwde sociale bescherming.

De toenemende complexiteit van maatschappelijke uitdagingen vraagt om beleid dat wordt onderbouwd met hoogwaardige indicatoren, diepgaande analyses en wetenschappelijk gefundeerde inzichten. Dit vereist een voortdurende professionalisering van beleidsvoorbereiding en -evaluatie, evenals een nauwere samenwerking met de academische wereld en andere kennisinstellingen om expertise sneller en effectiever om te zetten in praktijkgerichte beleidsmaatregelen.

In deze context heeft de FOD Sociale Zekerheid, in nauwe samenwerking met haar partners binnen het netwerk van de sociale zekerheid, het afgelopen jaar verder geïnvesteerd in de productie van betrouwbare statistieken, de monitoring van de doeltreffendheid van de sociale bescherming en de versterking van expertise op het gebied van beleidsimpactanalyses.

Een onderbouwde beleidsvoorbereiding, -uitvoering en -evaluatie vereist bovendien toegang tot actuele, kwalitatieve data. Zorgvuldig geanonimiseerde of gepseudonimiseerde administratieve gegevens vormen daarbij een cruciale informatiebron voor zowel overheidsexperten als externe onderzoekers die bijdragen aan wetenschappelijk onderbouwd beleid.

Om data-uitwisseling binnen en tussen beleidsniveaus te optimaliseren, beslisten de ministers van de federale en gewestregeringen bevoegd voor werk tijdens de Interministeriële Conferentie (IMC) van 1 december 2023 om een overleg ‘Uitwisseling administratieve gegevens’ op te richten. Dit overleg bestaat uit een stuurgroep van leidende ambtenaren en een technische werkgroep (BelAccess) en heeft als opdracht een visienota met concrete aanbevelingen op te stellen. Deze nota zal worden voorgelegd aan de IMC Werk en zal de basis vormen voor een interfederale samenwerkingsovereenkomst over efficiënte en veilige data-uitwisseling.

Daarbij zal worden gefocust op de volgende taken:

  • Het in kaart brengen van de al dan niet gestandaardiseerde behoeften op korte en middellange termijn van institutionele datagebruikers.
  • Het bestendigen en optimaliseren van de gegevensstromen naar het DWH A&SB en het identificeren van mogelijke hiaten die mogelijk nieuwe gegevensstromen vergen vanuit nieuwe bronnen/instellingen om de behoefte aan nieuwe variabelen en indicatoren te realiseren.
  • Het ontwikkelen van een visie, zowel op korte als op lange termijn, voortbouwend op de bestaande infrastructuur en kennis, rekening houdend met de evolutie van de behoeften beleidsvoorbereidend en -evaluerend onderzoek en monitoring en met internationale evoluties.
  • Voorstellen te formuleren inzake de organisatie en de financiering van zowel het beheer als de wetenschappelijke ontwikkeling.

Het is ook in deze context dat de FOD Sociale Zekerheid en de FOD Werk een Kenniscel Administratieve Data hebben opgericht. Deze kenniscel ondersteunt het overleg ‘Uitwisseling administratieve gegevens’ en verzorgt er het secretariaat van. De kernopdracht van de kenniscel is echter het ondersteunen van federale en regionale overheidsinstellingen in de sector van de sociale bescherming bij het gebruik van administratieve data voor beleidsmonitoring, -voorbereiding en -evaluatie. Daarnaast zal de kenniscel bijdragen aan de verdere wetenschappelijke ontwikkeling en verbetering van administratieve gegevensbronnen, zodat beleid sterker gefundeerd en effectiever wordt.

Indicatoren van sociale bescherming – BELMOD

BELMOD

Om de impact van beleidswijzigingen in de belastingen en sociale uitkeringen op voorhand te onderzoeken heeft de FOD Sociale Zekerheid het microsimulatiemodel BELMOD. De resultaten van het model geven een inzicht in het budgettaire effect en het effect op de inkomensverdeling of op armoede.

Het model en de daarbij behorende administratieve dataset werd in 2024 ingezet om het positieve effect van de verhoging van de bijstandsuitkeringen in de periode 2022-2024 op de armoedecijfers te simuleren.

BELMOD werd ook gebruikt om hervorming van de cumulregeling van de inkomensvervangende tegemoetkoming van 1 januari 2024 te evalueren. Voor een set van typegezinnen werd de impact van de hervorming op het gezinsinkomen berekend, zowel op korte als op langere termijn. Ook de terugverdieneffecten voor de overheid komen kort aan bod.

Het BELMOD team was in 2024 tevens aanwezig op de jaarlijkse Research Workshop van het Joint Research Center van de Europese Commissie. We presenteerden er de voordelen van het gebruik van administratieve gegevens voor impactanalyses, met een specifieke focus op armoedecijfers bij personen met een handicap.

In 2024-2025 genieten we van technische ondersteuning van de Europese Commissie voor de verdere ontwikkeling van het model. We werken eveneens samen met de Universiteit Antwerpen aan een ‘nowcastingmethode’. Met deze methode worden karakteristieken van onze dataset aangepast aan de evolutie van de arbeidsmarkt doorheen de volgende jaren. Samen met de ‘uprating’ die reeds geïmplementeerd is in het model, zal dit bijdragen tot nog meer valide resultaten voor de meer recente jaren.

Meer informatie: Belmod

Indicatoren van sociale bescherming – Gender en Pensioen

Gender en Pensioen

Het verkleinen van de pensioenkloof tussen vrouwen en mannen: een Europese prioriteit tijdens het Belgisch voorzitterschap

Binnen de Europese Unie blijft de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen groot. In 2022 ontvingen Europese vrouwen gemiddeld 26% minder pensioeninkomen dan Europese mannen. Met dit in het achterhoofd wou de Minister van Pensioenen in overleg met onze FOD deze problematiek onder de aandacht brengen tijdens het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Op 8 februari 2024 werd hierover een conferentie georganiseerd.

Om de inhoud te ontwikkelen, deed de FOD een beroep op verschillende actoren. Op nationaal niveau konden we rekenen op de expertise van het IGVM, de FPD, de RSVZ en Sigedis. Een team van onderzoekers speelde ook een belangrijke ondersteunende rol tijdens de voorbereidingen. Op Europees niveau waren EIGE, EUROSTAT, AGE Platform, de Commissie, de sociale partners en instellingen die zich bezighouden met pensioenen betrokken. Er werden ook bilaterale contacten met de lidstaten gelegd.

Het brede scala aan standpunten dat werd verzameld, werd verwerkt in de conferentie. De FOD wilde vooral een multidisciplinaire aanpak en interactie tussen het Europese en het nationale niveau voorstellen. Sommige lidstaten kwamen hun goede praktijken presenteren. Het was ook een gelegenheid voor onze collega’s van FPD en RSVZ om de impact van de hervorming van het minimumpensioen op de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen in België te presenteren. Een collega van Sigedis stelde de website PensionStat voor, die statistieken bevat over Belgische pensioenen (inclusief de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen). Er waren ook een aantal debatten tussen experts en Europese spelers uit alle lagen van de bevolking.

De inhoud van de conferentie was opgebouwd rond twee hoofdthema’s: overheidsbeleid (nationaal en Europees) en monitoring. In dit verband stelde het Belgisch Voorzitterschap de volgende acties voor:

  • Evalueren van de implementatie van de Richtlijn ‘Work-Life Balance’;
  • De gendersegregatie op de arbeidsmarkt aanpakken en de toegang tot opvangdiensten verbeteren;
  • Het belang benadrukken van het ontwerpen van pensioenstelsels om de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen te bestrijden;
  • De monitoring verbeteren door na te denken over de kwaliteit van de indicatoren, het gebruik van administratieve gegevens en een proactieve aanpak;
  • Ervoor zorgen dat de monitoring en analyse van de genderkloof in de pensioenen een structureel onderdeel wordt van het ‘Pension Adequacy Report’ (PAR), een driejaarlijks gepubliceerd door het ‘Social Protection Committee’ (SPC) en de Europese Commissie.

De werkzaamheden voor, tijdens en na de conferentie hebben bijgedragen aan het succes van het project. Volgens externe deskundigen hebben de conferentie en de daarmee verband houdende werkzaamheden het profiel van deze kwestie op Europees niveau verhoogd. Hoewel het Belgische voorzitterschap niet het eerste was dat het onderwerp op tafel legde, heeft het wel geholpen om de positie van het thema op de Europese agenda te versterken.

Indicatoren van sociale bescherming – Monitoring

Monitoring van de sociale situatie en sociale bescherming in België

De FOD Sociale Zekerheid publiceert regelmatig rapporten met een analyse van de evolutie van de sociale situatie en sociale bescherming in België. In de rapporten van de afgelopen jaren stellen we een daling vast van de bevolking die het risico loopt op armoede of sociale uitsluiting in België, ondanks de opeenvolgende economische schokken van de afgelopen jaren. Twee belangrijke factoren hierin zijn de geleidelijke daling van het aandeel mensen dat in een (quasi-)jobloos huishouden (QJH) leeft en van het totale armoederisico. Daarnaast speelt de verbeterde effectiviteit van de sociale transfers.

De verbeterde effectiviteit van de sociale transfers is ten dele het gevolg van de recente verhogingen van de minimumuitkeringen. In september 2024 maakte de FOD Sociale Zekerheid bekend dat de inkomensgarantie voor ouderen intussen verhoogd is tot de armoedegrens voor alleenstaanden.

Ondanks deze vooruitgang stellen we vast dat het armoederisico voor sommige groepen met traditioneel een hoog risico op armoede weliswaar is afgenomen, maar dat hun percentage nog steeds hoger is dan die van de totale bevolking. Ook het percentage personen dat in een (quasi-)jobloos huishouden leeft, ligt in België nog steeds boven het EU-gemiddelde en het niveau van onze buurlanden.

Analyse van de evolutie van de sociale situatie en sociale bescherming in België

De doelmatigheid van de sociale minima: de inkomensgarantie voor ouderen is verhoogd tot aan de armoedegrens voor alleenstaanden

Stevig onderbouwde juridische expertise – Overzicht

Stevig onderbouwde juridische expertise

Maruja Van Baelen

“Doorheen onze uiteenlopende opdrachten loopt de rode draad van samenwerking voor een inclusieve en toegankelijke sociale bescherming voor elk.”

 

– Maruja Van Baelen –

Directeur-generaal Juridische Expertise

Kerncijfers DG Juridische Expertise

Commissies en Raden

Stevig onderbouwde juridische expertise – DG Juridische Expertise in cijfers

DG Juridische Expertise in cijfers

Het Belgisch sociaal landschap rust op heel wat complexe en soms gevoelige juridische dossiers. Van wetgeving en persoonlijke dossiers tot analyseren hoe Europese regelgeving zich kan vertalen op Belgisch niveau. Het is maar een deel van het uitgebreide takenpakket van de DG Juridische Expertise.

Naast het zuiver legistieke werk (schrijven van de reglementering), ondersteunt de DG de bevoegde ministers en betrokken partners in de beleidsvoorbereiding en -uitvoering op juridisch en technisch vlak.

Een glimp uit het dagelijks reilen en zeilen

  • Aantal opgestelde regelgeving: 147
  • Berichten/ notities/ antwoorden via Piramid (kennisplatform voor zelfstandigen): 78
  • Actuariële toelichtingen: 20
  • Vragen over de interpretatie van de socialezekerheidswetgeving voor zelfstandigen: 320
  • Geschillen: 109
  • Ontwerpen van antwoorden op schriftelijke parlementaire vragen: 98
  • Ontwerpen van antwoorden op mondelinge parlementaire vragen: 9
  • Antwoorden op vragen van burgers: 642
  • Administratieve dossiers: 176
  • Commissie- en raadsvergaderingen (WITA uitgesloten): 60

Stevig onderbouwde juridische expertise – Commissies en Raden

Commissies en Raden

Er vallen meerdere commissies onder de Directie-generaal Juridische Expertise. Deze commissies zijn onafhankelijk; de DG biedt ondersteuning in de vorm van een griffie/ secretariaat.

Administratieve Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie (CAR)

De Administratieve Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie neemt beslissingen over de aard van een arbeidsrelatie. Met andere woorden: ze beoordeelt of iemand werknemer of zelfstandige is.

  • Ontvangen aanvragen: 25
  • Genomen beslissingen en gegeven adviezen: 29
  • Zittingen: 15

Meer informatie:

Federale Adviesraad voor Ouderen (FAVO)

Via de Federale Adviesraad voor Ouderen wordt de stem van senioren gehoord op federaal niveau. Het adviesorgaan buigt zich over thema’s die hen rechtstreeks aanbelangen, denk aan: pensioenen, gezondheidszorg, mobiliteit, armoede en gelijke kansen.

Vergaderingen

  • Plenaires: 3
  • Bureau: 3
  • Commissie Pensioenen: 6
  • Commissie Gelijkheid van kansen: 6
  • Commissie Gezondheidszorg: 4
  • Commissie Mobiliteit: 2
  • Commissie Sociale integratie en bestrijding van de Kansarmoede: 2

Advies

  • Advies over het voorontwerp van wet tot invoering van een sociale tariefpremie
  • Advies over een aantrekkelijk seniorentarief bij de NMBS

Meer informatie: Federale Adviesraad voor Ouderen

Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV)

De Hoge Raad voor Vrijwilligers is de brug tussen burgers die actief zijn in het vrijwilligerswerk en de federale overheid. Via een open dialoog vestigt de Raad de aandacht op specifieke problemen van vrijwilligers: aansprakelijkheidsrecht, sociale zekerheid, fiscaliteit, arbeidsrecht…

  • Vergaderingen: 19
  • Uitgebrachte adviezen: 2
  • Antwoorden op vragen
  • via e-mail: 74
  • telefonisch: 38

In 2023 voerden twee onderzoeksbureaus een kwalitatieve en een kwantitatieve enquête uit om een beter inzicht te krijgen in de ervaringen van vrijwilligers, hun motivaties en de drempels voor hun engagement.

De Hoge Raad voor Vrijwilligers heeft naar aanleiding van de resultaten van deze twee enquêtes aanbevelingen geformuleerd aan de politieke leiders en organisaties.

Je kan deze aanbevelingen nalezen via de website van de Hoge Raad voor Vrijwilligers: advies 2024 enquêtes (.pdf)

Meer info: Hoge Raad voor Vrijwilligers

Baanbrekende Werkgever – Overzicht

Baanbrekende werkgever

Christof Van den Bergh

“In 2024 hebben onze collega’s binnen de dienst ICT een aantal cruciale projecten afgerond. We hebben onze verouderde mainframe en contactcenter succesvol vernieuwd, cruciaal voor een goede dienstverlening aan de personen met een handicap. Daarnaast hebben we belangrijke stappen gezet in de beveiliging van onze servers en netwerk. Deze en vele andere acties vroegen een uitzonderlijke inzet van onze medewerkers, maar zorgen ervoor dat de FOD ook in de toekomst een optimale dienstverlening aan de gebruikers kan bieden.”

 

– Christof Van den Bergh –

Directeur-generaal Ondersteunende Diensten

Baanbrekende Werkgever 2025

4% tewerkstelling personen met een handicap

Verbeterde toegankelijkheid van het regionale centrum Hasselt

De dienst ICT migreert richting een efficiënter digitaal beleid

Snelle uitbetaling aan onze leveranciers

Minitraject duurzaam en inclusief samenwerken

Leiderschapstraject voor het middenmanagement

Kerncijfers HR

Baanbrekende Werkgever – Baanbrekende Werkgever 2025

Baanbrekende werkgever 2025

FOD Sociale Zekerheid bekroond met het certificaat Baanbrekende Werkgever 2025

Met trots kondigen we aan dat onze FOD het certificaat van Baanbrekende Werkgever 2025 heeft behaald!

Organisaties die deze titel mogen dragen, verrichten innovatief werk en spannen zich in om een inclusieve werkomgeving te creëren.

Om dit traject succesvol te doorlopen, hebben de collega’s van de dienst HR en communicatie de handen in elkaar geslagen. Samen met een interne werkgroep namen we deel aan een maturiteitsonderzoek om onze sterktes en verbeterpunten te identificeren. We bepaalden onze uitdaging en stelden een actieplan op, gericht op het versterken van de betrokkenheid van onze medewerkers bij de missie van de FOD.

Baanbrekende werkgever is ook een lerend netwerk. Daarom volgden verschillende collega’s ook sessies waarbij ze leerden van goede praktijken uit andere organisaties en ook hun eigen ervaringen deelden. Denk maar aan thema’s als “employer branding”, “klimaatbewuste werkgever”, “positieve welzijnscultuur”, “verbondenheid”, “talentontwikkeling” en “diversiteit en inclusie”.

“Het traject op zich was een hefboom om rond onze knelpunten stil te staan en met verschillende mensen, over de diensten heen, na te denken over impactvolle acties.”

- Sigrid, voortrekker van het project -

Wat maakt van de FOD Sociale Zekerheid een Baanbrekende Werkgever?

De draaiende motor achter onze werking, dat zijn onze medewerkers. Dankzij hun baanbrekend werk van de afgelopen jaren, mogen we het komende jaar dit certificaat uitdragen.

Kortom een plek waar iedereen zich goed voelt en baanbrekend werk verricht voor u, de burger.

“We hebben een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in het directiecomité bereikt en we hebben een aanzienlijk aantal personen met een handicap in dienst genomen, waardoor we ondanks de aanvankelijke achterstand koploper zijn geworden. Door een individuele benadering te hanteren, zorgen we ervoor dat elke medewerker zich goed kan voelen, ontwikkelen en met alle beschikbare talenten kan bijdragen aan onze missie.”

- Peter Samyn, voorzitter van het directiecomité -

Peter Samyn

Baanbrekende Werkgever – 4% tewerkstelling personen met een handicap

4% tewerkstelling personen met een handicap

Dat Tikkeltje Extra: 4% van onze medewerkers heeft zelf een handicap

In 2024 streefde de FOD Sociale Zekerheid haar doelstelling na om een voorbeeldige werkgever te zijn voor personen met een handicap.

Artikel 3 van het Koninklijk Besluit van 6 oktober 2005 betreffende het inschakelen van personen met een handicap en redelijke aanpassingen in selectieprocedures verplicht elke overheidsdienst om minstens 3% van zijn personeelsbestand met een handicap tewerk te stellen.

De Commissie voor de Inclusie van Personen met een Handicap (CIPH) is een controlerend orgaan van de federale overheid. Concreet zien zij erop toe dat de 3%-doelstelling voor de tewerkstelling van personen met een handicap binnen de federale organisaties wordt nageleefd. Op dit moment werkt de CIPH een evaluatieverslag uit voor 2024. Het ziet ernaar uit dat onze FOD de 3% tewerkstelling van personen met een handicap heeft behaald in 2024. Een mijlpaal in het inclusieve beleid dat we dagelijks proberen uit te dragen.

Binnen onze organisatie bedroeg dit tewerkstellingspercentage 1,65% in 2022, 3,39% in 2023 en naar alle verwachtingen meer dan 4% in 2024. Deze voortdurende stijging is te danken aan structurele initiatieven om een inclusieve organisatiecultuur te bevorderen. De aanpak is onderverdeeld in drie hoofdgebieden: aanwerving, onthaal en de begeleiding op de werkvloer van personen met een handicap en hun dienst.

Aanwerving

De vacatures zijn op een inclusieve manier opgesteld, waarin de sollicitaties van personen met een handicap worden aangemoedigd. De selectietesten werden aangepast aan hun specifieke behoeften.

De campagne “Een tikkeltje extra” bleef het belang van het talent van personen met een handicap onder de aandacht brengen, wat resulteerde in een aanzienlijke stijging van het aantal sollicitaties: in 2021 hadden we 21 sollicitaties ontvangen terwijl dit aantal in 2022, na de lancering van de campagne, steeg tot 71 sollicitaties. In 2024 is dit aantal gestegen tot 76 sollicitanten.

We hebben onze zichtbaarheid vergroot door samen te werken met gespecialiseerde organisaties (DiversiCom, Brailleliga, Emino), wat de verspreiding van onze vacatures en de aanpassing van onze wervingsprocessen heeft verbeterd.

Om sollicitatiegesprekken toegankelijker te maken, zijn er alternatieven zoals videoconferenties voor kandidaten die zich moeilijk kunnen verplaatsen, zodat een eerlijke beoordeling gegarandeerd is.

Ontvangst

In 2024 introduceerde onze organisatie een ontvangstprocedure voor nieuwe werknemers met een handicap. Voordat ze aan de slag gaan, melden ze hun accommodatiebehoeften via hun werkenvoor.be-account. Deze informatie wordt doorgegeven aan HR, die de relevante eenheden erbij betrekt: de preventieadviseur, de dienst welzijn, de inclusiecoördinator en de onthaaldienst. De inclusiecoördinator neemt contact op met de werknemer om zijn of haar behoeften beter te begrijpen en stelt indien nodig een gesprek voor.

Begeleiding op de werkvloer

Nieuwe personen met een handicap aanwerven is een belangrijke doelstelling, maar hun professionele ontwikkeling en engagement op lange termijn zijn even essentieel. Om dit te bereiken, hanteren we een globale aanpak die zich niet enkel beperkt tot de aangeworven persoon, maar zich ook uitstrekt tot de betrokken afdelingen die passende ondersteuning krijgen wanneer ze moeilijkheden ondervinden. Dialoog speelt een centrale rol in deze aanpak, zodat specifieke behoeften kunnen worden geïdentificeerd en effectieve oplossingen kunnen worden voorgesteld.

Conclusie

De FOD Sociale Zekerheid wil een voorbeeldige werkgever zijn op het vlak van inclusie van personen met een handicap. Dit engagement blijkt niet alleen uit structurele initiatieven die een inclusieve organisatiecultuur bevorderen, maar ook uit de toepassing van het principe “Niets over ons zonder ons”. Dit principe, dat zijn oorsprong vindt in de politieke tradities van Centraal-Europa en is overgenomen door de gemeenschap van personen met een handicap, stelt dat er geen beleid mag worden bepaald zonder de volledige en directe deelname van de leden van de betreffende groep.

Door een inclusiecoördinator aan te stellen, die zelf een persoon met een handicap is, belichaamt onze organisatie dit principe. We zorgen ervoor dat beslissingen en het beleid met betrekking tot toegankelijkheid en inclusiviteit worden ontwikkeld met de actieve deelname van de betrokkenen. Deze aanpak garandeert een directe vertegenwoordiging en versterkt ons streven naar duurzame inclusie binnen de organisatie.

Baanbrekende Werkgever – Verbeterde toegankelijkheid regionaal centrum Hasselt

Verbeterde toegankelijkheid van het regionale centrum Hasselt

Efficiënter en inclusiever: het regionale centrum van Hasselt ondergaat aanzienlijke veranderingen

In 2024 heeft de dienst Facility, samen met de Regie der Gebouwen, aanzienlijke verbeteringen doorgevoerd in het centrum voor de erkenning van de handicap in Hasselt. Eén van de belangrijkste verwezenlijkingen was de toevoeging van een extra back-office verdieping. Deze uitbreiding biedt niet alleen meer werkruimte, maar draagt ook bij aan een efficiëntere werkomgeving voor onze medewerkers van het team Limburg.

Daarnaast werd ook de toegankelijkheid van het gebouw verder geoptimaliseerd. Op basis van een studie van Inter Vlaanderen hebben we verschillende problemen inzake toegankelijkheid in onze centra weggewerkt. Deze aanpassingen zorgen ervoor dat onze gebouwen steeds toegankelijker worden voor elke bezoeker en medewerker, ongeacht welke beperking deze personen zou hebben. Dit jaar werden de belangrijkste aanpassingen in ons regionale centrum Hasselt uitgevoerd:

  • Vernieuwde bewegwijzering: De bewegwijzering en bestickering in het gebouw zijn vernieuwd. Op deze manier komen we tegemoet aan personen met een visuele beperking, die zich nu beter kunnen navigeren doorheen het gebouw. Een volgende stap is het aanbrengen van tactiele belijningen buiten het gebouw en zo deze nieuwe bewegwijzering finaliseren.
  • Nieuwe leuning: Langs de buitentrappen en het hellend vlak is een nieuwe leuning met dubbele hoogte geplaatst.
  • Geoptimaliseerde parkeervoorzieningen: De parkeervoorzieningen zijn verbeterd door het voorzien van een verharde ondergrond en duidelijke belijningen.

We hopen om in 2025 de plaatsing van een hefplatform aan de buitentrappen gerealiseerd te zien, een dossier dat op dit moment in handen ligt van de Regie der Gebouwen. Daarmee zou in Hasselt de laatste belangrijke fysieke drempel worden weggenomen.

Baanbrekende Werkgever – De dienst ICT migreert richting een efficiënter digitaal beleid

De dienst ICT migreert richting een efficiënter digitaal beleid

Onze ICT-afdeling zet een stevige digitale stap vooruit: Efficiëntie, veiligheid en gebruikersvriendelijkheid staan voorop

Onze ICT-afdeling heeft in 2024 enkele cruciale projecten succesvol afgerond, waarmee we de efficiëntie, beveiliging en gebruiksvriendelijkheid van onze systemen aanzienlijk hebben verbeterd. Hieronder lichten we enkele van de meest impactvolle realisaties toe.

Migratie van het verouderde mainframe

Eén van de belangrijkste projecten was de migratie van ons verouderde mainframe naar een nieuw platform. Dankzij deze overgang blijven de rechten en diensten voor personen met een handicap gegarandeerd, waaronder tegemoetkomingen, parkeerkaarten en het European Disability Card (EDC)-systeem. Bovendien zorgt deze migratie ervoor dat de toegang tot platforms zoals My Handicap en Medice vlot blijft verlopen.

Overstap naar het Belnet-netwerk

Om een veiliger en efficiënter netwerkbeheer te garanderen, hebben we onze netwerkconnecties tussen de regionale kantoren en Finto gemigreerd naar het Belnet-netwerk. We hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt om al het verkeer tussen deze locaties via een firewall te leiden, wat de beveiliging van ons netwerkverkeer aanzienlijk heeft verbeterd.

Modernisering van het contactcenter en communicatieplatform

Het federale UCCaaS-contract werd in 2024 vervangen door een nieuw contract, wat resulteerde in twee belangrijke migraties:

  • De overstap van Genesys On-Premise naar het modernere Genesys Cloud contactcenterplatform werd gerealiseerd. Dit garandeert dat we ook in de toekomst efficiënte en toegankelijke ondersteuning kunnen bieden aan personen met een handicap.
  • De migratie van Microsoft Skype naar Microsoft Teams, wat een aanzienlijke verbetering oplevert voor onze interne en externe communicatie. Teams biedt een geïntegreerd platform voor voice, chat, video en data, waardoor samenwerking en productiviteit sterk zijn toegenomen.

Migratie naar Exchange in de cloud

Een andere belangrijke modernisering is de overstap van onze on-premise Exchange-omgeving naar Exchange in de cloud. Dit levert direct zichtbare voordelen op, zoals extra opslagruimte voor elke medewerker en een verbeterde integratie met het Office 365-platform. Hierdoor worden nieuwe evoluties en samenwerkingsmogelijkheden mogelijk gemaakt.

Versterking van security en continuïteit via migratie naar Smals

Om de veiligheid en continuïteit van ons serverpark te waarborgen, zijn we gestart met een migratie naar het datacenter van Smals. Smals neemt een groot deel van de vernieuwings- en beheertaken op zich, waardoor wij ons zullen kunnen focussen op kernactiviteiten. Daarnaast implementeren we microsegmentatie, een beveiligingsmaatregel die de toegang tussen servers beperkt tot het strikt noodzakelijke en zo het risico op cyberaanvallen vermindert.

Voorbereiding op NIS2-wetgeving

Als federale overheidsdienst zijn we onderhevig aan de strenge NIS2-wetgeving, die zware eisen stelt op het gebied van cybersecurity. In 2024 hebben we hard gewerkt aan de implementatie van deze regelgeving. Dit omvatte onder andere de ontwikkeling van een aangepaste organisatiestructuur (RACI), de opzet van diverse security policies, de optimalisatie van ons incidentmanagementproces, sensibiliseringscampagnes, penetratietests en de implementatie van een SMS-emergencytool.

Dankzij deze realisaties hebben we niet alleen onze operationele efficiëntie verbeterd, maar ook de beveiliging en stabiliteit van onze IT-omgeving versterkt. We blijven ons inzetten voor verdere innovatie en optimalisatie om zo onze dienstverlening voortdurend te verbeteren.

Baanbrekende Werkgever – Snelle uitbetaling aan onze leveranciers

Snelle uitbetaling aan onze leveranciers

Ons succesverhaal in factuurbeheer: het aanbieden van een kwaliteitsvolle dienstverlening

De stafdienst van Budget en Begroting heeft het afgelopen jaar niet stilgezeten: in 2024 werd 99,24% van onze facturen tijdig betaald, een bijzonder hoog percentage. Deze opmerkelijke prestatie benadrukt de efficiëntie van de processen dat deze dienst heeft doorgevoerd en hoe ze ons uniek maken binnen dit vakgebied. Deze hoge score is mogelijk dankzij een combinatie van factoren, variërend van een geoptimaliseerde interne organisatie tot de integratie van digitale technologieën binnen ons factuurbeheer.

Allereerst is het essentieel om te begrijpen dat achter dit cijfer een gestructureerde organisatie en een toegewijd team, dat elke fase van het betalingsproces nauwgezet opvolgt, schuilgaan. Regelmatige controles, vlotte communicatie tussen de verschillende teams en een goede samenwerking met de betrokken afdelingen zijn belangrijke elementen. Als openbare dienst willen we een betrouwbare partner zijn voor ons netwerk. Het respecteren van betalingstermijnen is niet alleen een garantie voor betrouwbaarheid, maar versterkt ook dit streven naar kwaliteitsvolle en professionele relaties met onze partners.

Tegelijkertijd heeft de digitalisering een grote rol gespeeld in dit succes. In 2024 werden 99% van de facturen in digitaal formaat doorgestuurd, waardoor het risico op verlies of fouten drastisch werd verminderd. Van deze 99% was 13,28% afkomstig van het elektronische facturatiesysteem dat is opgezet door de FOD BOSA, waardoor facturen rechtstreeks in het boekhoudsysteem kunnen worden geïntegreerd. Deze ontwikkeling werd mogelijk gemaakt door onze leveranciers aan te schrijven en hen aan te moedigen om over te stappen op elektronische facturatie. Door hen bewust te maken van de voordelen van papierloos factureren, konden we hun overgang naar een sneller en veiliger betaalsysteem vergemakkelijken en tegelijkertijd de verwerkingstijden verkorten.

Snelheid mag echter niet de kwaliteit overschaduwen. Zelfs als facturen snel worden verwerkt, is het van cruciaal belang om de kwaliteit van de diensten van onze partners te waarborgen. Daarom blijft de dienst budget in contact met de verschillende afdelingen en controleren ze systematisch de conformiteit van de geleverde diensten voordat ze overgaan tot betaling. Op deze manier kunnen snelheid en kwaliteit hand in hand gaan: er kan zowel een snelle betaling als een kwaliteitsvolle dienstverlening gegarandeerd worden.

Kortom, dit snelle betalingstempo en de digitalisering van facturen zijn belangrijke troeven voor onze openbare dienst, die ons niet alleen in staat stellen om afspraken na te komen, maar ook om het vertrouwen met onze partners te versterken. Deze aanpak, die een efficiënte interne organisatie, proactieve communicatie met onze leveranciers en technologie combineert, maakt van de FOD Sociale Zekerheid een unieke en betrouwbare speler in de toekomst van factuurbeheer.

Baanbrekende Werkgever – Minitraject duurzaam en inclusief samenwerken

Minitraject duurzaam en inclusief samenwerken

Inclusie in actie: bouwen aan een respectvolle werkplek

Als federale overheidsdienst willen we een voorbeeldrol opnemen op vlak van inclusief samenwerken met elkaar. We zijn overtuigd dat een diversiteit aan invalshoeken en meningen verrijkend is en bijdraagt tot een betere dienstverlening aan onze gebruikers.

Om hier nog verder in te kunnen groeien, organiseerden we in 2024 we een mini-traject “duurzaam en inclusief samenwerken” voor onze personeelsleden. Het traject bestond uit 2 workshops van elk een halve dag en werd gegeven door een inclusie, gender- en diversiteitsexpert. In totaal namen 237 collega’s deel aan dit minitraject.

Workshop 1 behandelde het thema “Onbewuste vooroordelen” (unconscious bias). Tijdens deze sessie verkenden de deelnemers het concept van ‘normdenken’ en kregen ze een spiegel voor. Ze leerden hoe ze onbewuste vooroordelen bij zichzelf kunnen herkennen en kregen tips om in te zetten zowel op persoonlijk als professioneel vlak.  Kortom, een kans om hun perspectief te verbreden, stereotypen uit te dagen en bij te dragen aan positieve verandering.

“Duidelijke structuur, goede lesgever, fijne afwisseling tussen eerder theoretische delen en praktische delen.”

“Zeer gepassioneerde lesgeefster die zeer goede kennis had van de materie.”

- Enkele collega’s aan het woord na het volgen van deze workshop -

Workshop 2 stond in het teken van microagressies en werd speciaal georganiseerd op vraag van onze collega’s van de Directie-Generaal Personen met een handicap (DG HAN). Deze workshop werd in elk centrum voor de erkenning van personen met een handicap gegeven en zo werd het meteen ook een teambuildingsactiviteit.

Microagressies zijn die alledaagse bemerkingen die vaak onopgemerkt blijven, maar toch een diepgaande impact hebben. Of ze nu verbaal worden geuit, zich manifesteren in gedrag of zelfs zijn ingebed in onze omgeving, hun negatieve kracht is voelbaar voor minderheidsgroepen. In de workshop gingen de deelnemers samen met de facilitator de subtiele maar krachtige vormen van discriminatie en onbewuste vooroordelen onderzoeken. Ze gingen aan de slag met concrete casussen en persoonlijke getuigenissen. Op die manier konden de deelnemers hun bewustzijn vergroten en zelf actief bijdragen aan een inclusieve organisatie en een open feedbackcultuur waarin respect en gelijkwaardigheid voorop staan.

“Een goede benadering van het onderwerp, dat in feite veel wijder verspreid is dan we ons kunnen inbeelden. De confrontatie van verschillende meningen en praktische voorbeelden zetten je aan het denken.”

“Ik waardeerde dat er de mogelijkheid was om persoonlijke ervaringen te delen in een veilige omgeving, om met andere deelnemers in interactie te gaan en de inzet van de twee facilitatoren.”

“Het was niet de zoveelste saaie workshop of opleiding, er was ook plaats om te lachen tussendoor.” 

- Enkele collega’s aan het woord na het volgen van deze workshop -

Baanbrekende Werkgever – Leiderschapstraject voor het middenmanagement

Leiderschapstraject voor het midden-management

Investeren in sterk leiderschap: een groeitraject ontwikkeld op maat voor ons middenmanagement

Onze FOD wil een wendbare en slagkrachtige organisatie zijn en hiervoor is sterk leiderschap nodig op alle niveaus. Het middenmanagement, dit zijn de leidinggevenden die rechtstreeks voor de leden van het directiecomité werken, vervult een cruciale rol. Onze FOD telt 26 middenmanagers verdeeld over de verschillende diensten heen. Om hen te ondersteunen en te begeleiden werd er een leiderschapstraject opgestart dat volledig werd ontwikkeld door onze eigen HR-afdeling (dienst talent).  

Dit traject werd opgebouwd rond 5 modules:

  • Ik als leidinggevende in de FOD
  • Mijn team aansturen en richting geven
  • Mijn team bouwen
  • Mijn team motiveren en ontwikkelen, doen groeien
  • Mijn team meenemen in verandering en innovatie

Het traject bestaat uit een mix van opleidingssessies met theorie en oefeningen, intervisies, seminaries, individuele coaching, een buddy werking, een groepsopdracht, enz. We zetten heel erg in op de verankering van het geleerde en de toepassing ervan in de praktijk.”

- Opleidingsverantwoordelijke van het traject -

Het directiecomité is ook nauw betrokken bij het leerproces van hun managers: ze geven input voor de opleidingssessies, ze gaan in debat met de managers over bepaalde leiderschapsthema’s, ze hebben één-op-één gesprekken waar de reflectieverslagen en het persoonlijk ontwikkelingsplan van de manager besproken worden.

Samenwerking en kennisdeling binnen de groep is een belangrijk principe binnen het leiderschapstraject. Dit gebeurt tijdens de intervisies waar de leidinggevenden beroep doen op de expertise en het advies van hun collega’s om bepaalde moeilijke situaties in hun dienst aan te pakken. Ook via de buddy werking stimuleren we dit, waarbij elke middenmanager is gekoppeld aan een andere middenmanager uit de groep. Ze kunnen bij elkaar terecht om te bespreken wat ze geleerd hebben of hoe ze situaties in hun dienst aanpakken.

Dit traject loopt sinds september 2023 en zal worden afgerond in december 2025. Naast het uitvoeren van hun huidige job als leidinggevende volgen onze middenmanagers ook dit leiderschapstraject. Het is een intensieve maar duurzame investering in onze leidinggevenden en zo ook in het toekomstig beleid van onze FOD.

“Als middenmanager word je geconfronteerd met veel verwachtingen; zowel je teamleden als het directiecomité rekenen op jou. Dit traject biedt je kapstokken om hiermee om te gaan. Doorheen het traject ontstond ook een netwerk van collega’s die allemaal voor dezelfde of gelijkaardige uitdagingen staan.  Deze aanspreekpunten, en het traject in het algemeen, gaan me zeker helpen in mijn verdere groei als leidinggevende.”

- Manager die het traject volgt -

Baanbrekende Werkgever – Kerncijfers HR

Kerncijfers
Human Resources

79 indiensttredingen
4% medewerkers met een tikkeltje extra
64% vrouw, 36% man
52,8% Franstalig, 47,2% Nederlandstalig

Tewerkstelling per leeftijdscategorie